Om twaalf uur probeerde Jan-Pascal mij te bellen op mijn mobiele telefoon met de zijne. Dit lukte alleen echter niet. Twee minuutjes later ging de telefoon weer... Hij stond nu buiten want beneden in de kelder waar hij zit werkte het kennelijk niet. Of ik mee ging lunchen. Ik pakte dan ook mijn spullen en ging naar de ingang van het ziekenhuis, ongeveer 3 minuutjes fietsen. Samen met Arwa zijn we gaan eten bij de studentenkantine in de buurt van het ziekenhuis. Ze hebben daar twee afdelingen, een waar je bediend wordt en een zelfbediening. De laatste werd het dus, kun je ook mooi alles bekijken. We namen een beetje groente, vlees en natuurlijk klefrijst. O ja, eerst moest je plastic (!) stokjes pakken. Er zijn hier meestal wegwerp stokken, maar deze worden dus wel afgewassen. Ellen had stukjes varkensvlees in deeg op een bedje van kool met een groot stuk tomaat. Jan-Pascal at een soort saus met met weinig vlees en een beetje groente. Ook was er nog een soort gefrituurde aardappel bij. We ondervonden dat de plastic stokjes een stuk glibbiger zijn dan de houten variant, waardoor er steeds dingetjes tussen je stokjes vandaan floepen. Ook waren de stukken varkensvlees van Ellen bijzonder groot om op te pakken. Jan-Pascal en Arwa waren uiteraard veel eerder klaar dan Ellen. Met stokken is ze niet geweldig en ze eet zoals iedereen wel weet ook enorm langzaam. Daarom moesten JP en Arwa zich verontschuldigen aangezien ze een bijeenkomst hadden. Alleen voel je je in zo'n kantine enorm bekeken. Toen ik alles ophad bestudeerde ik de manier waarop ze hun blad en dingen erop weg deden en probeerde dat zo goed als mogelijk te Japanneren (kopiëren).
In de middag las ik de stukken in het boek waar ik de ochtend in was begonnen uit. Ook keek ik nog heel even in een ander boek over Japanse bedrijven. Maar het was al tegen vijven toen. In de tussentijd had ik ook nog een deel van een homepage van een Japans ministerie (MITI=Ministery of International Trade and Industry) te printen. Dit ging over City Logistics en de aanpak volgens het ministerie daarvoor. Helaas kreeg ik een foutmelding van het net dat de printer ofline was. Toch stond de printer aan. Toen herinnerde ik me dat Kurauchi iets had gezegd, dat de studenten met de printer bezig waren. Ik stuurde hem dan ook maar een mail om te vragen hoe ik nu kon printen (hij had dit afgelopen donderdag immers mogelijk gemaakt). Zo'n twee uur later kwam er ineens een student naar me toe, die zei dat hij ging zorgen dat ik kon printen. Mij best. Hij moest wat installeren omdat alle printers nu als locale printer met een ip-adres moeten worden aangesproken (dit zei hij niet, maar dat maakte ik op uit alle handelingen die hij met mijn laptop verrichtte). Grappig was dat hij mijn Nederlandse Windows95 niet kon lezen. Ik moest dan ook steeds uitleggen wat er stond. Dat er toen ineens over directories werd gesproken vond hij vreemd. Is Engels? Nee, hoor. Hoe leg je nou uit dat dat een leenwoord in het Nederlands is? Nog veel grappiger werd het toen hij het door hem geïnstalleerde programma wilde gaan gebruiken, tja dit was in het Japans en ik heb geen Japanse fonts. Onleesbaar dus. Daarop moest hij een beetje op wat hij nog wist van de week ervoor gaan gokken waar alles stond. Maar dat leek wel te lukken. Toen een testpagina. Maar helaas dat waren allemaal strepen. Volgens hem was dat goed, maar een window95 testpagina heeft in iedergeval ergens het Microsoft-logo dus goed was dit zeker niet. Ik zei dan ook dat ik wel een klein documentje zou printen, konden we zeker kijken of het oke was. Nou inderdaad was het niet goed, want ook nu alleen maar kruisen en strepen. Daarop kreeg die oranda (=Nederland(s)) windows de schuld. Maar hij bleek dus uiteindelijk niet de goede drivers geïnstalleerd te hebben. Nadat ook de andere twee aanwezige studenten zich er mee bemoeid hadden, kon ik wel goed printen. Steeds zeiden ze dat de tekst op mijn computer German was, waarop ik zei nee! dat is Dutch!! Dat begrijpen ze nu geloof ik wel. Ze moesten er wel erg om lachen en waren ook zeer verbaasd dat we in Nederland dezelfde letters als de Engelse gebruiken. Dat ze daarmee de Romeinen bedoelen zal ik ze maar niet gaan uitleggen, want dat gaat er vast niet in. Maar ik had grote lol om die zeer verbaasde Japanse gezichten... tja wij in het westen zorgen tenminste dat we van elkaars taal in ieder geval de letters kunnen lezen. Ook werd mij mogelijk gemaakt op de andere twee printers te printen, dus nu wordt het echt geweldig. Om vijf uur ging ik alleen naar huis, omdat Jan-Pascal nog moest pinnen.
In de tussentijd was Jan-Pascal natuurlijk weer bij Medische Informatica bezig geweest. Er was vandaag een afdelingsvergadering, waarin ik me verder voor kon stellen aan de groep. Deze vergadering ging verder niet over onderzoek, maar over andere zaken. Wat precies werd me niet duidelijk, want het was allemaal Japans. In ieder geval was er een voorstel van de man die door de groep is ingehuurd voor het beheer van de computersystemen en netwerken, maar ik weet niet waarover. Ik was van plan om tijdens deze vergadering met een aantal mensen afspraken te maken voor een kennismakingsgesprek, maar mijn buurman (Matsuda-sensei) maakte me stilletjes duidelijk dat deze vergadering daar niet voor bedoeld was. Na de vergadering ben ik door Yakami-san (een vijfdejaars student medicijnen) door het tweede gebouw van de afdeling rondgeleid. Het was de bedoeling om de opstelling van Itoh-san te bekijken, die aan het afstuderen is op het Sensible Human Project. Dit project heeft als doel om een model van het menselijk lichaam in de computer te zetten, met gegevens over bijvoorbeeld de elasticiteit van alle organen en zo. Ze hebben een apparaatje dat je vast kan houden en heen en weer kunt bewegen (en op een neer en draaien) en dat dan feedback kan geven. Uiteindelijk moet je dan bijvoorbeeld de lever kunnen betasten en induwen. Maar Itoh-san was er niet en hij had zijn computer met een wachtwoord beveiligd. Helaas, dat zal een andere keer moeten. Daarna heb ik met Yakami-san nog gepraat over hoe een universitaire studie in Japan is ingericht, maar dat heb ik al eerder verteld. Bovendien hebben we over het chipkaart-project gesproken. Volgens mij is er nog een probleem aan, namelijk dat het systeem nu wel kan controleren of degene die achter een terminal is zegt wie hij is dat hij is, maar als bijvoorbeeld een arts via Internet verbinding maakt met een server, is er nog geen methode om er zeker van te zijn dat de server ook is wie hij zegt dat hij is. Er zou bijvoorbeeld bij de internet-provider iemand wat instellingen kunnen veranderen zodat alle communicatie via een hacker verloopt, die dan de informatie die de arts over een patient inbrengt kan bekijken. Daar wordt nu nog over nagedacht. Er was vast nog wel meer die dag, maar dat weet ik niet allemaal meer. 's Avonds ben ik naar het centrum gefietst om te pinnen. Toen ik de deur uitging heb ik Ellen maar eentelefoonberichtje gestuurd (is toch gratis) zodat ze wist waar ik was. In het ondergrondse winkelcentrum waar de Cirrus-automaat staat deed de telefoon het natuurlijk niet. De pinautomaat gelukkig wel. Eenmaal buiten weer een berichtje naar Ellen, zodat ze wist hoe laat ik ongeveer thuis verwacht kon worden. Lekker langs de rivier gefietst. Het wordt hier wel snel donker zeg! Gelukkig had ik mijn lamp bij me.
Tegen 6 uur is Ellen
maar aan het eten begonnen, omdat het vast weer lang zou duren met de rijst.
Jan-Pascal zou nog wel even weg blijven maar om daarop te wachten. Tot
nu toe was de kooktijd toch wel zo'n 50 minuten totaal geweest, dus kon
ik best vast beginnen. Het water maakte ik eerst weer warm in de magnetron
om het kookproces te versnellen. Verder bereidde ik gehakt met prei en
banaan om daarbij sojasaus te doen. Dit was een experiment want die soja
hadden we nog niet getest. Het geheel maakte ik klaar in de gisteren gehaalde
olijfolie, die integenstelling tot het gekke spul waarvan we eerst dachten
dat het olie was wel normaal (lees als in Nederland) reageerde op warm
worden. Op het einde kwam er ook nog wat taugé bij (om dit knapperig
te houden, pas laat erbij doen!). De rijst kookte bijna over, maar het
ging allemaal net goed. Toen Jan-Pascal binnen kwam was het net allemaal
gaar. Dat was toch een prima timing van ons beide. In de tussentijd had
ik gezien dat hij een mobiel berichtje had gestuurd, dat hij gepint had
en nu onderweg was terug naar mij. Mooi is dat de telefoon echt alles erbij
geeft dus ook de tijd en kon ik ongeveer uitrekenen wanneer hij terug zou
zijn.
Het experiment met
de soja-saus was goed gelukt, want het smaakte prima. Na het eten belden
we naar Annelies. Ellen had haar een email gestuurd over de uitnodiging
van Taniguchi met de vraag of en wat voor cadeau ze moest meenemen. Immers
papa en mama zouden boeken meenemen als geschenken als ze hier in december
komen (om mijn toch al grote hoeveelheid bagage wat te reduceren). Tevens
had ze gevraagd of ze even het mobiele nummer wilde bellen om te testen
of dat werkte. Ze was net email aan het lezen en had het dus nog niet helemaal
uit. We spraken af even te wachten tot haar belletje. Dat volgde dan ook
vijf minuutjes later en jawel het bellen naar de mobiele telefoon werkte.
Handig voor onze vakantie straks kunnen we dat als contactnummer doorgeven.
We bespraken wat mogelijkheden voor een eventueel cadeau maar zijn er nog
niet helemaal uit.
Vervolgens belden we
met KDD. Als je namelijk een internationaal nummer vanaf je mobiele telefoon
probeert te bellen, krijg je een Japans bandje te horen. Nadat helemaal
af te luisteren komt het Engels, dat zegt dat je telefoonnummer geregistreerd
moet zijn. We belden dan ook het nummer dat enorm snel werd gezegd (drie
maal afluisteren was nodig om dit te kunnen noteren!). Jan-Pascal kreeg
een Japanse aan de lijn die geen Engels sprak. Hij moest even wachten.
Daarop kwam het vrouwtje terug en zei dat de er momenteel geen Engels sprekende
telefoniste beschikbaar was, of ze het nummer konden noteren en terugbellen.
Dat is natuurlijk zeer vriendelijk. Zo'n tien minuutjes later werd opnieuw
gebeld en kon hij met heel veel moeite zijn naam voorspellen aan de persoon
aan de andere kant. Ook het adres was erg grappig. Nu sturen ze twee papieren
die we terug moeten sturen om een internationaal nummer te kunnen bellen.
Al met al moet het over ongeveer tien dagen kunnen. Nou we zijn benieuwd.
Verder hebben we beide
onze haren gewassen. JP was daarbij niet helemaal zeker van het feit of
de door ons gekochte shampoo voor hem, wel echt shampoo is. Nou moet het
niet te gek worden, want we kunnen niet steeds nieuwe dingen kopen. We
zullen het nog maar even aanzien.
Om ongeveer iets na
elven ging weer Ellens mobiele telefoon. Frans had ook het mailtje gelezen
of ze even wilde proberen te bellen en hij belde nu op kosten van de baas
vanuit de auto van de baas op de periferiek naar Parijs. Het was nog 12
minuten naar het centrum. Het werkt dus ook meer dan een keer.
Ik was tegen half negen bij het "Sakyo Medical Centre" en was bij lange na niet de eerste. Eerst wist ik niet zeker of ik wel goed zat. Van buiten van het gebouw niet als een medische instelling te herkennen, alleen maar Japanse tekst, en binnen was er een soort lange balie als van een bank, waar allerlei mensen achter aan het werk waren. Aan mijn kant van de balie waren mensen bezig formulieren in te vullen. Op zo'n formulier zag ik een schematische tekening van een paar longen, dus waagde ik de gok maar. Ik liet het formulier dat ik van de universiteit gekregen had zien, plus een handgeschreven velletje waar volgens mij op stond dat ik naar dat medical centre moest gaan om me medisch te laten onderzoeken. Ik moest vervolgens op weer een ander formulier mijn naam en adres invullen en toen kreeg ik een soort plastic ding met een serienummer en een reeks andere nummers. Naderhand bleek dat een reeks kamernummers te zijn en volgens die volgorde moest ik door het centrum reizen. Toen kreeg ik volgens mij te horen dat ik volgende week maandag terug moest komen en daarná naar kamer vijf. Ze bleken te bedoelen dat ik nu naar kamer vijf moest en dan volgende week de uitslag zou krijgen. Okee, op weg naar kamer vijf. Na een tijdje werd gevraagd om nummer djoe, dat is tien, mijn nummer. Eerste had ik een gesprek met een goed Engels sprekende dame (ik weet niet zeker of het een verpleegster of een arts was). Nee, ik spreek geen Japans. Ze stelde alleen wat oppervlakkige vragen, of ik goed kon horen en zo. Daarna moest ik even wachten. Toen ik weer werd geroepen, moest ik mijn schoenen uit en op een bepaalde plek gaan staan. Er kwam een ding naar beneden op mijn hoofd en zo werd automatisch mijn lengte gemeten. Volgens mij hadden ze daar ook meteen mijn gewicht te pakken. Daarna werd me gebaard dat ik mijn bril af moest zetten en vervolgens vertellen of op zo'n lichtkast de rondjes naar boven, links, rechts of beneden open waren. Dat lukte natuurlijk voor geen meter, pas na een stap naar voren kon ik de bovenste zien. Daarna mocht het met bril, dat was al een stuk makkelijk. Ik kwam tot de één na onderste. Na deze test was ik in kamer vijf klaar. Ik werd geleid naar kamer 8, waar ik weer even moest wachten. In kamer 8 was er wel een arts. Die vroeg nog of ik allerlei ziekten ooit had gehad, waar ik natuurlijk allemaal nee op zei. Hij vroeg ook naar astma, daar heb ik ook maar nee op ge-antwoord, om geen problemen te veroorzaken. Daarna werd ik nog op de borst geklopt en werden mijn longen geluisterd, zowel voor als achter. De ook hier aanwezige verpleegster liet nog weten (via de arts, want ze sprak zelf geen Engels) dat ze het heel dapper vond dat ik alleen was gekomen zonder veel Japans te spreken. Ik moest weer terug naar de balie. Daar moest ik mijn bordje met nummer tien weer inleveren en kreeg ik te horen dat ik volgende week terug moest komen voor de X-ray kamer en voor kamer tien, tegenover de toiletten. Dus ik naar buiten, fiets openmaken en toen werd ik weer teruggeroepen. Het was toch niet de bedoeling dat ik al weg ging, ik moest nu direct naar de Röntgenafdeling. De uitslag zou er dan volgende week zijn. Okee, naar de Röntgen dan maar. Daar moest ik mijn bovenlijf ontkleden, voor het Röntgenapparaat gaan staan, iets door de knieën anders pastte het niet en adem inhouden. Deurtje dicht en deurtje weer open. De arts liet me toen een lijstje zien met Engelse zinnetjes, kennelijk zijn eigen geheugensteuntje, dat ik nu voor het urineonderzoek eerst naar het toilet moest en dan naar kamer tien. Bij het toilet waren geen bekertjes of zo, dus ik liep weer terug naar de wachtruimte. Daar liep dezelfde arts weer rond, er waren blijkbaar even geen foto's te maken en aan hem vroeg ik waar ik dan een container kon vinden. Bij kamer tien stonden die, met een nummer er al op dat ik op mijn papieren moest zetten. Okidoki. Het had allemaal wel even geduurd, dus plassen was geen probleem. Bekertje naast een heleboel andere bij kamer tien gezet, papieren ingeleverd en maar weer naar de balie, om te vragen of dit nu echt alles was en ik weg kon om volgende week weer terug te komen. Ja hoor, nu was alles in orde. Uiteindelijk viel de tijdsduur van het geheel nog mee, ik ben ruim een uur bezig geweest. Op weg naar de universiteit. Daar bleek vanmiddag professor Sakurai uit Sapporo, de hoofdstad van Hokkaido, het meest noordelijke van de grote eilanden van Japan, een gastcollege te komen geven. Deze man is de voorganger van prof. Takahashi en is dus daarna naar Hokkaido verkast. We hebben voor hem wat dingen klaargezet in een soort conferentiezaal van het ziekenhuis (beamer, geluid, licht, videospeler, gordijnen en zo). Ik ben meegegaan omdat in deze zaal ook de opstelling van MINCS-UH (Medical Information Network by Communication Satellite for University Hospitals) van Kyoto zou staan. Achteraf heb ik daar niet zo veel van gezien, het zat voornamelijk allemaal in een kast waar je verder niet bij kon. Volgende week is er een MINCS-sessie, dan ga ik zeker kijken. Toen alles zo'n beetje klaar stond, was het tijd om te lunchen en ging ik Ellen bellen om te gaan lunchen.
Ellen ruimde alles thuis
even op en ging rond half negen weg om daarna om kwart voor negen op de
universiteit te zijn. Daar was nog niemand en zat de kamer op slot. Met
de sleutel kwam ik binnen en kon even email lezen. Daar zat een pdf-gescanned
bestand bij waarvan ik niet wist waarin ik het moest openen. Even maar
navragen bij JP. De ochtend verder heb ik doorgebracht met het lezen van
de tekst over co-operatief werken in transportsystemen die ik gisteren
van Taniguchi had gekregen. Deze tekst sluit echt goed aan bij een groot
deel van wat ik in het tweede deel van mijn onderzoek wil gaan doen. Dus
dat is erg mooi. Toen ik het nog niet helemaal uit had, belde Jan-Pascal
op om te gaan lunchen.
Dit maal ging we weer
eens naar de COOP om daar broodjes te kopen. Ellen nam een broodje met
pasta-nootjes (als ook de allereerste keer hier) een een broodje met wit
glazuur erop. Jan-Pascal nam een broodje in een blauwe verpakking (bleek
later met boter) en soort cake met maple-syrup (stoop die je in Canada
overal bij krijgt). Van het laatste dacht hij dat het een bruin broodje
was, dat viel dus even tegen. Alhoewel het wel lekker was. Beiden een pakje
volle melk (half vol is slecht verkrijgbaar, alleen bij groter supermarken).
Hij vertelde even over zijn ervaringen bij de kliniek.
Jan-Pascal moest vrij snel weg omdat de lezing van Sakurai-sensei om tien voor één zou beginnen. Deze professor is ook bij MINCS-UH betrokken. Hij zei nog vaag iets van dat ik langs kon komen, maar dan wil ik eerst weten of ik daar veel aan heb. Hokkaido is namelijk iets van duizend kilometer van Kyoto. Hij kwam "even" heen en weer gevlogen. De lezing was niet zo interessant, het was meer een inleiding Medische Informatica voor medicijnen-studenten (en helemaal in het Japans, al kon ik door de plaatjes op zijn hand-outs goed volgen waar het over ging). De sensei was wel zo vriendelijk om een paar keer wat voor mij in het Engels uit te leggen. Na afloop van de lezing, rond vier uur, namen we afscheid van de sensei, die zijn vliegtuig terug ging halen en ontruimden we de zaal weer.
De middag bracht Ellen door met het lezen van het ander boek dat ze geleend had over Japanse bedrijven. Omdat dit boek niet helemaal voldeed aan wat ze zocht en tevens omdat de schrijf/leesstyl niet echt prettig was, schoot het niet op. Uiteindelijk ben ik me dan ook nog maar een kwartiertje gaan vervelen met de Nederlandse kranten op internet te lezen. Daarin las ik over een ongeluk tijdens de 3-oktober vieringen in Leiden en hoe burgemeester Goekoop was toegezongen (de burgemeester van Leiden die eigenlijk niet met pensioen wil). Ook was er uitgebreid aandacht voor Neerlands tweede astronaut sinds Wubbo, waaruit je kon opmaken dat hij de gehele opleiding astronaut worden nog moet volgen (zal ik aan papa een navragen). Om kwart over vijf kreeg ik van JP een berichtje of we naar huis konden en dat gingen we dan ook doen.
Aangekomen in het international house hadden we (of eigenlijk Jan-Pascal) onze eerste echte post ontvangen. Het waren zijn lang-verwachte visitekaartjes. Op de enveloppe stond geen kamernummer en dus verwachten we dat ze heel de lijsten van bewoners hebben doorzocht. Ingeschreven staan we hier op Ellens naam en alleen in haar dosier staat de naam van Jan-Pascal. Voor iedereen dus een les... schrijf het kamernummer aub op de enveloppe. Voor het eten moesten we weer boodschappen doen. We kochten nu ook wat kant en klaars, namelijk nasi voor in de magnetron die we een van de komende dagen eens gaan uitproberen. Verder ook nog stokbrood om morgen voor de lunch weer wat lekker brood te kunnen eten, in plaats van al dat kleffe brood uit het winkeltje bij de universiteit. Verder nog soort kipnuggets voor in de oven of magnetron. Het eten voor deze avond was uiteraard weer rijst, nu als variatie kip, paprika, aubergine en taugé.
Jan-Pascal had 's ochtends
weer een onderzoeksbijeenkomst. Er waren twee presentaties. De eerste was
door Itoh-san. Hij is nu Master's student bij Medische Informatica, maar
wat hij presenteerde was nog uit zijn undergraduate-tijd. Hij presenteerde
aan de hand van een artikel (met zo'n 15 auteurs, waarvan hij nr. 10 of
zo). Het ging over het gebruik van PDA's (Personal Digital Assistants)
en mobiele verbindingen om groepsprocessen te ondersteunen. Het artikel
beschreef een pilotproject bij een internationale conferentie die eind
'96 in Kyoto is gehouden. Het projectteam had aan 100 deelnemers een PDA
en een mobiele telefoon uitgereikt. Daarmee konden ze het congresprogramma
bekijken, e-mailen, elkaars gegevens bekijken en toeristische informatie
krijgen. Het leuke was dat het systeem bijhield wat er het meest bekeken
werd, en het beeld daarop aanpaste. Zo kregen de tempels waar het meest
informatie over werd opgevraagd de grootste circel op de kaart. Mensen
die veel met elkaar communiceerden, kwamen op het scherm ook dichter bij
elkaar te staan. Het praatje was in het Japans en dus niet te volgen, maar
het artikel was interessant. Na de eerste presentatie kwam er nog een tweede,
maar die was helemaal in het Japans dus ben ik maar weggegaan.
Ik ben nu bezig met
het aanleggen van een "long-list" van research insituten die onderzoek
doen op telematica-gebied, door daar bij alles wat ik tegen kom op te letten
en naar te vragen. Op een gegeven moment ga ik die lijst inkorten naar
10 instituten, die ik dan weer verder ga onderzoeken, bijvoorbeeld door
een bezoek af te leggen.
In de middag ging Ellen haar stuk over de locale overheden even bijwerken. Toen het gereed was (er zijn nog een paar plekjes in open, maar die komen later wel), heeft ze geprobeerd de tekst met die van de inleiding te bundelen. Waarom proberen, dit heb je toch al vaker gedaan. Jawel, maar de literatuurverwijzingen had ik nog niet gecombineerd en de kopelingen daartussen konden wel eens wegvallen. En jawel dat gebeurde dus ook. Gevolg ik moest vijf verwijzingen opnieuw maken. Maar ach, beter nu dan als ik over zes maanden zit te stressen. Hierna werkte ik nog aan het stuk over de bedrijven in binnensteden. Hiervoor kan ik echt heel moeilijk boeken vinden. Ondertussen had Jan-Pascal me gemaild dat we radio kunnen ontvangen. Van radio-Veronica wisten we dat deze op internet was, maar ook bleek radio 3 en Sky radio live uit te zenden. Nou had ik helaas geen koptelefoontje bij, want er waren intussen drie andere studenten, maar morgen wel even doen. Daarvoor moest wel even een Realplayer worden gedownload. Dit was allemaal weer niet echt eenvoudig, omdat er weer iets met mijn server was (zal eens niet). Maar uiteindelijk is het wel allemaal gelukt. Kan ik om 3 uur 's middags luisteren hoelang de ochtendspits in Nederland is. Dat is toch wel maf. Om half vijf kwam Taniguchi even bij me langs. Hoe het er mee ging en hij had tevens voor mij een soort jaarverslag van het ministerie van Transport. Dat is leuk, heb ik meteen morgen weer wat te doen. Het stuk over de bedrijven is nog niet af, maar ik heb het ook aan de andere stukken toegevoegd. Nu lukte het gelukkig wel mijn gekoppelde literatuurverwijzingen over te zetten. Mooi, weet ik hoe dat moet en heb ik daar hopelijk geen problemen meer mee. Om kwart voor vijf ben ik weggegaan. Toen ik wegging waren er trouwens wel zo'n 8 studenten aanwezig. De meeste waren na half vier pas gekomen. Ik weet niet wat ze hier allemaal doen, maar het lijkt er inderdaad op dat ze 's avonds studeren of zo. Of helemaal niet, want ik heb ze nog niet echt met andere programma's dan internet explorer, netscape of spelletjes bezig gezien. Nou kan ik natuurlijk niet op alle compu's kijken, maar het lijkt nog niet echt ergens op. Ik wilde even langs de bibliotheek om al mijn boeken in te leveren. Boeken mag je hier maar twee weken houden en eenmalig twee weken verlengen, dat vind ik echt enorm kort. Maar we zullen zien en anders kopieer ik gewoon hele delen. Ik heb nog even staan zoeken naar andere boeken maar er was niet veel tijd. Toen ik naar buiten liep stond Jan-Pascal al als een soort grote smurf op me te wachten.
Terug in ons woninkje
hebben we eerst de was op gevouwen en ondertussen vast water voor het avondeten
op gezet. Het eten bestond uit rijst met prutje (goh, wat voorspelbaar).
Het prutje was gehakt, mais, ui, prei, knoflook en sojasaus en ook weer
taugé. Nu zit ik dit te schrijven en strakjes moeten we nog even
de bedden gaan opmaken.
Verder hebben we ons
vanavond per modem aangemeld bij Asahi-net, een internet provider. We hebben
een beetje bekeken welke providers er goede voorwaarden hadden, inbelpunten
binnen Kyoto, een Engels inschrijfformulier en bij voorkeur ook Engelse
documentatie. Asahi voldeed aan bijna alle eisen. Ze hebben alleen geen
'unlimited' inbelaccount, zoals je die in Nederland overal voor fl. 30,-
per maand hebt. De ISP's (ISP=Internet Service Provider) die dat wel hebben,
vragen daar 5000 ¥, zo'n fl. 75,- per maand voor. Dat is wel een beetje
veel. Jan-Pascal had al geprobeerd om via internet op de universiteit zich
aan te melden, maar dat was niet gelukt. Hij had meteen een mailtje gestuurd
en het bleek dat ze er wel meer problemen mee hadden. Bovendien dachten
ze dat we in het buitenland woonden, vanwege Jan-Pascal's .nl e-mail adres!
Gelukkig konden we ook direct bij ze inbellen met als inlognaam 'join'
en password 'join'. Toen konden we maar naar één pagina,
de inschrijfpagina. Alles invullen, naam, adres, credit card en doorklikken
maar... en toen ging het toch niet goed. Er bleken twee problemen te zijn:
mijn achternaam bestaat uit twee delen, dat mocht er maar één
zijn. Bovendien was ons adres te lang, daar moesten we wat afkortingen
in aanbrengen. Toen lukte het allemaal wel. We kregen een tijdelijk account,
goed voor 2 uur internet, en een bevestigingsnummer. Nu gaan ze ons aangetekend
onze inlognaam en password opsturen. Als dat er is, dan kunnen we echt
internetten. We hebben nog wel geprobeerd om op het 'join'-account te internetten,
maar dat lukte niet. Jammer. Toen besloten we die twee uur maar tot het
weekend te bewaren. Voortaan kunnen we dus in het weekend ook mail lezen
en onze homepage updaten. Kom dus maar op met die mailtjes!
De rest van de dag waren
alle gebeurtenissen eigenlijk zeer gewoontjes. Dus we zijn heel gewoon
naar de universiteit gefietst, hebben de dag gewerkt aan onze verschillende
dingen, 's avonds gaan eten en slapen daarna. Het wat mindere weer van
gisteren was vandaag weer over. De zon keek ons 's morgens weer stalend
aan en bleef dat ook de gehele dag doen. Toch een aantal opvallende dingen
misschien? Ellen had vandaag mail gekregen van Nicole! Het was dus gelukt
om mijn moeder te vragen, Nicole te bellen en mij te mailen omdat het adres
dat ze geven had niet werkte. Nou dat was dus mooi en nu heb ik wel het
goede adres. Verder heb ik een nieuw mailtje aan Monique gestuurd om het
email adres van Jeroen te vragen, vergeten mee te nemen namelijk. Toen
ik 's middags even niets te doen had heb ik op internet naar het adres
van Jeroen gezocht. Eerst bij de VSSD, maar het hele bestuur op een emailadres
voor het voltalige bestuur na, was niet te vinden. Daarom maar via de TU-site
naar IO gesurft. Dit was de engelse homepage, maar dat maakt natuurlijk
niet uit. Er stond een link naar "staff and students", dus dat leek me
wel wat. Ja toen kreeg ik dus een pagina waar je allleen tussen de staf
kon zoeken. Alhoewel de tekst het ook over studenten met foto's had. Fijn
was dat. Ik besloot daarop het via de studievereniging Id te proberen,
maar dat had ook weinig zin. Volgende truc was de link van de staf maar
bekijken. Deze eindigde op "staf/staf", dus ik probeerde "student/student",
alleen dat werkte dus niet. Toen heb ik maar eens een stukje uit de link
verwijderd en jawel toen kon ik ineens wel studenten vinden. Daarna was
het een koud kunstje. Jeroen Visser bestond er namelijk maar ééntje
van. Wel gek was dat Monique de Wilt onbekend was.(?)
Verder heb ik ook overdag
een beetje naar Radio 3 via de RealAudio geluisterd. Dat is echt wel grappig.
Steeds hoor je: dit is het nieuw van donderdag 8 oktober, het is nu 4.00u
's morgens. En bij jou is het dan dus 11.00u en de dag allang begonnen.
Jan-Pascal had hierover nog een mailtje gestuurd aan Radio 3. Onze lunch
bestond weer uit stokbrood, dat we vast hadden klaar gemaakt met een of
andere worst die we hadden gekocht. Die worst leek net leverworst van de
buitenkant, maar bij openmaken leek het nergens op en smaakte het meer
naar gelderse worst. Het was binnen te houden, maar niet voor herhaling
vatbaar om te kopen (beetje te zout).
Na terug naar huis gefietst
te zijn, gingen we eten maken. Deze avond aten we maar weer eens spaghetti,
met een banaan als toetje. Daarna hebben we niets noemenswaardig meer gedaan.
Wel grappig om nog
even te vermelden is het warm water verkrijgen hier. Als je de tekening
in september hebt gezien van ons appartement, zie je dat er een enorme
ketel voor warm water (boiler) in het appartement staat. Deze is alleen
voor ons. Nou als we dan proberen warmwater in de douche te krijgen (deze
is er dus naast) dan duurt het echt bijna 3 minuten voor er een klein pisstraaltje
komt. Zowaar krijg je nog minder warm water dan in de douche in Delft.
Maar daar komt het probleem doordat er oude en kleine leidingen liggen.
Hier begrijpen we het niet echt. Ook in de keuken, die maar iets verder
van de boiler verwijderd is, duurt het enorm lang.. nog een stuk langer
zelfs dan in de douche.
's Ochtends is Jan-Pascal dus op bezoek geweest bij prof. Honda. Dit is de Japanse professor met wie zijn vader samen een congres in Yokohama heeft georganiseerd. Via hem heeft Jan-Pascal zijn plek bij Medische Informatica gevonden. Ik werd door de secretaresse van prof. Takahashi gebracht. Prof. Honda heeft een mooi kantoor op de 8ste verdieping van het ziekenhuis, met uitzicht op het centrum en op de bergen. Hij was verbaasd over mijn lengte: mijn vader is veel kleiner! Hij verteld van het congres en Yokohama en dat ze elkaar elk jaar bij de ARVO in Florida zien. Ik heb een folder van TB gegeven en mijn kaartje. En natuurlijk de groeten van mijn vader. Verder moesten we vooral de bergen gaan bekijken, die waren zeker in de herfst erg mooi om te zien. En ik moest bij enkele grote bedrijven in Kansai gaan kijken, bijvoorbeeld Panasonic. En nu weet ik ook waarom er zoveel "National" apparatuur in Japan is: zo heet Panasonic vaak binnen Japan! Verder vroeg hij nog of dr. Takahashi alles goed geregeld had. Ik moest nog even uitleggen dat ik voor TB werk en daar dus ook inkomen vandaan heb. En tegen het einde van het jaar worden we nog eens uitgenodigd om bij hem thuis te komen eten, want zijn vrouw heeft mijn vader wel ontmoet op een of ander congres. Een hele eer, want ik heb begrepen dat Japanners je vrijwel nooit thuis uitnodigen. En als klap op de vuurpijl: bij het weggaan kreeg ik nog een grote en een kleine fles sake mee! De verdere dag heb ik besteed aan het samenvatten van de onderzoeksprojecten die er bij Medische Informatica lopen. Verder ben ik een A4-tje aan het maken met wie ik ben, en wat ik bij Medische Informatica kom doen, waar ik in ge-interesseerd ben en zo. Ik ben altijd bang dat ze niet durven te zeggen als ze me niet verstaan, en zo kunnen ze het nog eens rustig nalezen (met een woordenboek erbij).
Voor onze lunch ging we op de fiets naar een bakker die we eerder al in de buurt van de bushalte hadden gezien. Eerst fietsten we er voorbij, maar na omgekeerd te zijn vonden we deze toch. Het assortiment was niet bijster uitgebreid en bestond vooral uit kleffe dingetjes dus besloten we maar naar de Mac aan de overkant te gaan. Gelukkig waren er nog meer mensen op dat idee gekomen. Aangeplakt stond een nieuw soort broodje en Jan-Pascal durfde dat wel uit te proberen. Het vlees leek een beetje op Giros maar dan met een verkeerd sausje. Volgens Jan-Pascal was het wel lekker. We spraken tevens af dat Jan-Pascal zelf maar naar huis zou gaan en als Ellen er om 19.00u nog niet was, zou gaan koken. Op die manier had Ellen de tijd om nog per telefoon wat te kunnen laten horen over het eventuele diner.
In de middag ging Ellen
verder met haar werk aan de plannen van de overheid. Tegen vieren, toen
ze een afspraak met
de andere studenten en docenten voor City Logistics had, was dit stuk tekst
bijna af. Iets voor vier uur, spotte ik het
meisje dat me een keertje had aangesproken. Ik ging naar haar toe en vroeg
of ze ook naar de 'meeting' zou gaan.
Daarop kreeg ik een bevestigend antwoord. Ik vroeg vervolgens of we dan
samen er naar toe konden gaan en
dat was geen probleem. Vervolgens ging ze rustig verder lezen van haar
email, terwijl het al 3 minuten voor vier was.
Ik bleef dan ook maar een beetje aan de rand van de kamer staan. Toen kwam
ze naar me toe dat ik wel weer aan
mijn tafel kon gaan zitten, want we moesten wachten tot Taniguchi ons kwam
halen. Oh, tja dat had ik noch van
hem noch van haar begrepen. Oke Taniguchi kwam om kwart over vier eindelijk
binnenzetten, dus zo ontzettend
bij de tijd zijn (sommige) Japansers nou ook weer niet. Ook liepen de andere
twee studenten mee. Eén daarvan
bleek de student die me stuntelig had proberen uit te leggen over het bord
met de magneetjes te zijn. De ander
zag ik nu ongeveer voor het eerst. Bij de afspraak was ook nog een docent
van de Kansai-University. Dit was nog
echt een jong broekje. Taniguchi zei tegen mij dat eten 's avonds niet
door kon gaan omdat hij het te druk had.
Vervolgens vertelde
hij dat ik dus 6 maanden hier zo komen en dat de groep dus nu uit twee
Master thesis studenten (ik
en de jongen die ik voor het eerst zag) een undergraduate student (het
meisje) en nog een vierde student bestond.
Deze laatste had momenteel geen belangrijke werkzaamheden. We moesten vanaf
nu in het Engels communiceren,
voor mij. Daarop protesteerde de studenten en dus werd het toch Japans
met om het half uur één zinnetje
Engels voor mij ertussen door.
Eerst moesten we onze
papieren van wat we gedaan hadden uitdelen. De jongen die ook aan zijn
afstudeerscriptie werkt
had wat en de secretaresse had mijn issuepaper gecopieerd. Mij werd gebaard
dit ook uit te delen. Mijn stukken
gingen we na veel grote ogen over de dikte dan maar bespreken. Ik zei nog
even dat ik dat dus in Nederland
had geschreven en niet hier in één weekje. Ik moest er wat
over vertellen. Dus begon ik maar bij het hoofdstuk
met de centrale vraag en daarna de planning. Ze knikte allemaal hevig en
Taniguchi zei nog een keer dat
de interviews wel moeilijk waren. Maar het zag er allemaal leuk uit vonden
ze. De docent van de andere universiteit
vroeg nog over iets of het weken of maanden waren, maar dat deed niet echt
ter zake. Ik wees ook nog op
het interview van mij met Meneer Gordijn van Gordijn Transporten B.V. in
Delft. Dat vonden ze ook leuk denk ik.
Vervolgens zei meneer
Taniguchi dat we aan het einde van de bespreking nog op het werk voor de
komende tijd terug
zouden komen. Nu gingen we het stuk van de andere jongen bespreken. Ik
had ook een mooi copietje gekregen,
maar alles was in het Japans (behalve dan wat plaatjes, waar je in ieder
geval de tekening van kon bekijken).
Al met al werd hier ongeveer een uur over gediscuseerd, zonder dat ik er
een woord van begreep. Vandaar
dat Japans echt als Chinees voor me is! Ondertussen voelde ik ook mijn
telefoon nog gaan en dacht dus, het
zal ondertussen wel na vijven zijn en Jan-Pascal stuurt me een berichtje
(later bleek dit ook te kloppen). Na
de discussie vertelde Taniguchi snel een beetje aan mij waar het over ging,
maar maakte daarin zulke grote stappen
dat het niet echt interessant voor me was. Dus alleen maar hij heeft de
procestijd van doorrekenen van het model
verminderd, maar dus niet hoe. Vervolgens ging we in op wat het meisje
aan het doen is. Ze zou iets met een bepaalde
Heuristiek gaan uitzoeken waarvan Rusell Thompson een andere methode aan
het onderzoeken is. Deze laaste
man is de Australier die ook volgende week naar Kyoto komt. Ze was nog
niet ver gevorderd en dus konden we er niets over bespreken. Er volgde
nog wat Japanse onbegrijpelijke grapjes en toe gingen we verder op wat
ik en ook het meisje nog moesten leren. Daarbij ging het steeds om transport
routing programming. Men had besloten dat de jongen die ook aan zijn afstuderen
werkt en echt nog geen Engels wordt tegen mij gezegd heeft (alles via Taniguchi)
dat aan ons ging leren. Daarop heb ik maar eens gevraagd wat dat nou precies
was en dat ik alleen programmeren hoefde te leren. Routing problems heb
ik in Delft al bestudeerd. Dat begreep Taniguchi niet wat dat zat niet
in onze studie TB (dit laatste had hij ongetwijfeld aan Ron van Duin of
zo een keer gevraagd). Ik geloof niet dat hij helemaal begreep dat ik vertelde
dat we nog extra vakken buiten TB moeten doen en dat, dat vak er dus een
voor mij was geweest. Hij besloot maar aannemen dat ik dus kennis van TSP
(handelsreizigerprobleem) en VRP (vehicle routing problems) heb. Nou dat
mag ook best want voor dat vak had ik een 9! Nu ging ineens de andere jongen
ons wat leren, omdat hij toch nergens mee bezig is dat af moet. Hij gaat
ons nu leren programmeren, waar het ook in eerste instantie om te doen
was. Nou fijn toch. Na veel overleg in het Japans werd voor mij een afspraak
besloten en wel aanstaande maandag. Nou komt me dat gelukkig heel goed
uit omdat dat in de week valt dat dit ook in mijn planning staat. Dus we
zullen het wel zien. Niet vergeten even mijn boek van Transport Routing
and Scheduling mee te nemen, want dat heb ik namelijk wel mee naar Japan
genomen. Ook werd een nieuwe afspraak gemaakt met Rusell Thompson erbij
voor dinsdag over een week. Wat we dan gaan doen weet ik niet want ook
dit was weer in het Japans. Daarna begon Taniguchi ineens tegen mij te
zeuren wat voor maatregelen in ging doormeten. Ik zei daarop dat ik dat
dus nog niet wist en dat ik eerst moest uitvinden wat hier de problemen
zijn. Dat ging er bij hem dus echt niet in. Nou ik mocht best dat idee
van die Nederlandse transportondernemer of de Nederlandse stadsdistributiecentra
concept gaan gebruiken. Hij begrijpt dus echt niet dat ik in Japan ben
om de Japanse aanpak onder de loep te nemen. Volgens mij heeft hij nog
steeds niet de moeite genomen om mijn issuepaper door te nemen, dan zou
hij misschien iets meer snappen. Maar goed intussen voelde ik me behoorlijk
aangevallen omdat ik geen maatregelen wist te noemen en zat al een noodplan
te bedenken. In ieder geval stond dik op mijn notitieblok genoteerd RON
MAILEN! Ik ben er nog met wat kleine kleerscheurtjes vanaf gekomen, maar
moet nu toch echt goed gaan bedenken hoe ik dit nou weer over 10 dagen
ga uitleggen op de volgende vergadering.
Voordat de meeting
was afgelopen vroeg ik nog hoe ik op het perron kon komen om volgende week
Johan Visser op te halen. Daarvoor had ik een entry pass nodig. Ik moest
maar even meelopen. Inplaats van het vuur dat me net nog na aan de schenen
was gelegd, was Taniguchi nu weer poeslief tegen mij. Hij schreef op mijn
verzoek nog even
in het Japans op. Toen vroeg ik nog waar het huis was, waar ik Johan Visser
naar toe moest brengen. Ik zei dat ik
wel even een kaart zou pakken. Die ochtend had ik namelijk even snel de
Engelse kaart van Kyoto meegenomen om
dat te vragen. Hij wees het aan en zei meteen dat ik maar met de taxi daar
naar toe moest gaan. Daarop zei ik dat
ik dan het adres in het Japans nodig heb om aan de taxi-chaufeur te laten
zien. Deze zou immers naar alle waarschijnlijkheid
geen Engels spreken. Er gebeurde daarop niets, behalve weer ja-geknik.
Typisch geval van Japanse
beleefdheid dus, ja zeggen, maar niets hebben begrepen! Ik zei nogmaals
dat ik het adres dan in Japanse
karakters moest hebben. Nu ging hij wel wat doen. Namelijk een routebeschrijving
tekenen en het adres opschrijven.
Ook kreeg ik nog het email adres van Johan Visser waarom ik had gevraagd.
Toen kon ik, half 8 eindelijk
naar huis gaan.
Even mijn laptop en
mijn spullen inpakken en wegwezen. Wel had ik ondertussen uit Nederland
weer twee mails omdat
het daar nu wel een normale werktijd was. Eéntje van Sky-radio dat
ze al 3 maanden problemen met de RealAudio
hadden, omdat ze te weinig streams hebben. Ze waren bezig te proberen om
uitbreiding te verkrijgen. Ik
bekeek mijn mededeling op de telefoon en deze was inderdaad van Jan-Pascal
dat hij op weg naar huis was, 17.16u.
Hij zou nu al wel gekookt hebben, maar toch belde ik toen in buiten stond
maar even dat ik er nu aan kwam.
Toen ik thuis kwam,
was er helaas nog steeds geen Verkeerskunde over de post gekomen en maakte
Jan-Pascal snel
wat te eten voor mij klaar. Vandaag stond op het menu de kant-en-klare
Pilav uit de diepvries met een ei. Dit was
allemaal erg goed te eten en duidelijk uit echte verse groente en vlees
bereid, wat dat betreft kunnen ze in Nederland
nog heel wat leren. Veder die avond maakte we nog een stukje verslag en
belde Annelies nog op. Ellen had
namelijk een mailtje gestuurd om te vragen hoe dat nou met het kado voor
Taniguchi moest als ze volgende week
naar de "party" bij hem thuis gaat. Ze had inmiddels dit met iedereen besproken.
Beste leek om dit aan Johan Visser
mee te geven al dat lukte. Ze wilde eerste meerdere boeken geven en dan
moest ik kiezen. Ik zei daarop dat het
ingepakt moet zijn en dat ik nog niet echt ergens inpakpapier had gevonden.
Ook zou ze bloembolletjes voor binnen
voor zijn vrouw meegeven. We overlegden even hoe we dit gingen aanpakken.
Ik zou Johan Visser mailen en
als hij niet snel antwoordde zou zij ook nog mailen of bellen. Verder vertelde
ik over de vervelende belevenis tijdens
de meeting deze middag, waarop ik uiteraard kreeg te horen dat ik vol moet
houden. Nu kun je dat wel leuk
zeggen, maar als echt
de ideëen zo uit elkaar blijven liggen, weet ik echt niet meer hoe
het moet worden opgelost. Ellen
vroeg nog een aantal dingen die papa en mama in eerdere mailtjes onbeantwoord
hadden gelaten, maar daar
gaf Annelies geen antwoord op omdat ze nu ook een email aan me zat te schrijven.
's Avonds lazen we goed even de post van Asahi, zodat we morgen de mailtjes die vandaag niet wilden wel kunnen versturen. We deden ook nog even de helft van de rijst op een bord in de koelkast, voor morgen en de andere helft in een zakje in de diepvries.
Verder gingen we nog even de mailtjes die gisteren niet gelukt waren versturen, nu lukte dat dus wel en nog wat benodigdheden voor Jan-Pascal zijn Linux downloaden. Tevens kijken of er een nieuwe Wingate is. Maar niet dus. Nu kunnen we de oude installeren en dan kunnen we van twee laptops tegelijk internetten. Na de verbinding verbroken te hebben hebben we eerst nog doorgeschreven aan deze pagina. Tevens de email gelezen, met de suggestie van ik denk Ellen's vader (weet niet zeker, want de afzender was zoek). Dus die hebben we meteen in alle pagina's vermeld. Ook hebben we dus wat aanpassingen aan de andere gemaakt. We hebben de was van de waslijn verwijderd en een nieuwe bonte was gedraaid en natuurlijk ook weer opgehangen. Jan-Pascal heeft ook nog wat nieuwe dingen van hem met de hand gewassen. Daarna koken. We aten de rijst van gisteren, dus alleen opwarmen en dat was erg handig. Iets minder handig van ons was dat we de oven/magnetron ook nodig hadden voor de kipnuggets, testje, die trouwens erg goed gelukt waren. En verder natuurlijk nog wat groente (doperwten en ui). Na de afwas nog een kopje thee. De homepages verder bijwerken en deze ook nog publiceren. Dat gaan we nu doen.
's Ochtends was Jan-Pascal eerst bij het medisch centrum langsgeweest om de uitslagen van de tests op te halen. En jawel, wat we allemaal nooit gedacht hadden: hij is helemaal gezond. Hij kreeg het, nu volledig ingevulde en onderstempelde, formulier van de universiteit mee, en nog een briefje waar wat data opstonden. Helaas konden ze me niet helemaal duidelijk maken wat die data nu precies voorstelden. Daarom bij aankomst op Medische informatica het briefje maar even aan Yoshio-san laten zien. De periode van drie maanden die erop stond, dat was de geldigheidsduur van het onderzoek. En de drie dagen, dat betekent dat het maken van een duplicaat, als je nog ergens een medisch formulier voor nodig hebt, drie werkdagen duurt. Allemaal geen probleem dus. De rest van de ochtend heb ik besteed aan het lezen en gecommentarieren van een artikel van Arwa en Yakami-san over hun chipkaartsysteem. Arwa was blij dat ik het gelezen had en commentaar kon geven. Ze nodigde ons uit om bij haar te komen eten komend weekend, vrijdag of zaterdag. Dat vinden we natuurlijk erg leuk, nog even kijken wat ons het beste uitkomt.
De lunch als gebruikelijk
nuttigden we bij het klokgebouw. En weet je wat er vandaag te koop was:
KRENTENBOLLEN, niet te geloven gewoon. Dus die namen we mee om te testen
en jawel ze smaakten ook als krentenbollen. Jan-Pascal vertelde nog dat
we uitgenodigd zijn om bij Arwa thuis te komen eten. Vrijdag of zaterdag,
wat mij uitkomt (zaterdag dus niet, want dan is de party bij meneer Taniguchi
thuis). Na de lunch werkte Ellen nog tot twee uur aan wat plannen van de
overheid en toen had ze programmeerles.
Samen met de drie studenten
die vrijdag ook bij de vergadering waren gingen we naar boven (dezelfde
zaal ook als vrijdag). Het meisje moest ook alles nog leren, dus dat was
wel aardig. We kregen allemaal een uitgeprinte versie van een programma.
Eerst vroegen ze of ik Fortran ken, maar dat had ik vrijdag dus al ontkennend
op geantwoord, en nu dus weer. Oef, dat zagen ze niet zo zitten. Oke, ze
gingen uitleggen hoe een string van een netwerk eruit ziet in die taal
en met het tekenen van het netwerk erbij, bleek dat erg eenvoudig. Ook
lieten ze zien wat er gebeurt als je een Neighboar solution probeert te
creëeren. Het bleek dat als ze af en toe een woord opschreven dat
ik echt niet kon verstaan, of dat ze niet konden uitspreken, dat we een
aardig eind konden komen. Ze legde uit dat naast de "delete en insertion"
methode een tweede methode wordt gebruikt, namelijk Tuba search om ervoor
te zorgen dat locale minimale oplossingen worden vermeden. Een Vehicle
Routing Probleem (VRP) voor mensen die dat kennen is namelijk een NP-hard
probleem. Dit betekent ongeveer dat zodra het probleem een beetje groot
wordt, zeg 50 vrachtwagens een route voor bekijken, je jaren aan het rekenen
moet met behulp van een computer. Er zijn dan ook allerlei "slimme" methodes
bedacht (en er zijn mensen nog steeds bezig om nog slimmere te bedenken)
om in plaats van de ideale oplossing een bijna ideale oplossing te maken.
Deze "slimme" methoden hebben maar een korte rekentijd op de computer,
waardoor je die kunt gebruiken.
Maar oke. Vervolgens
naar het programma. Ze legden met handen, voeten, wijzen en Engels uit
wat ongeveer de "body" van het programma was. Dus tussen regel zoveel en
regel zoveel wordt de basis stringen (uitgangspositie van vrachtwagens
en hun route) neer gezet. Het volgende stukje is hiervoor enzovoort. Tenslotte
wilden ze iets over 'do... continu' uitleggen. Ik denk omdat het andere
meisje dit in het Japans aan ze vroeg. Ik vroeg of dat iets als 'begin...
end' is net als in Pascal. Pascal? Turbo Pascal? ook dat begrepen ze helaas
niet. Vervolgens heb ik het maar even opgeschreven en toen snapten ze wel
waar ik het over had. Gelukkig kende dus één van die jongens
Pascal en vertelde dus dat 'do... continu' het zelfde is als 'for ... to
... do' in Pascal. Dat is erg fijn, want daarvan weet ik wat er moet gebeuren.
Toen was de les kendelijk afgelopen. Ze hadden het erover dat er nog geen
nieuwe afspraak was, maar ik begreep niet helemaal wat ze bedoelden. We
konden toch zelf een nieuwe afspraak maken? Maar dat begrepen zij weer
niet. Nu gaat één van die jongens mij mailen om een nieuwe
afspraak, maar ik had het idee, dat ze dat pas volgende week willen doen
en dat vind ik dus wel erg laat (iedere week zo'n klein stukje, dan weet
ik in maart pas hoe het werkt). We wachten maar even af.
Toen ik terug bij mijn
compu-tje kwam had ik gelukkig mail van Johan Visser! Hij wilde wel mijn
kado's meenemen, alhoewel hij iets te veel films had gezien over dergelijke
zaken die niet goed aflopen. Hij zou mijn ouders benaderen. Ik heb dus
meteen ook mail aan mijn ouders gestuurd. Op een gegeven moment kreeg ik
mail van zowel Arjen als Marcel, dus Nederland was wakker geworden en aan
het werk. Toen ik Arjen terugmailde kreeg ik meteen weer een mail, dat
hij ook met Wouter (iemand die hij uit Gouda kent) zat de mailen. Wouter
zit op dit moment bij NEC in Tokyo. Dus nog wat minuutjes later had ik
ook een email van Wouter. En stuurde er natuurlijk vrolijk nog eentje terug.
Nog even tikte ik wat verder aan mijn overheidsplannen stuk en toen was
het al weer tijd om terug naar Shugakuin te gaan.
s Middags had Jan-Pascal department meeting. Weer helemaal in het Japans en dus niet te volgen. Van Arwa kreeg ik een paar hints. Waar de grootste hilariteit om was, was dat één van de studenten (Imai-san) college had tijdens de onderzoekspresentatie van woensdag. Toen werd er gedebatteerd over wanneer het dan wel moest en uiteindelijk werd er besloten om die meeting dan maar om negen uur 's ochtends te houden. Dat was voor de meeste mensen toch wel heel erg vroeg! Maar ja, als je zoals Arwa anderhalf uur reistijd hebt en ook nog zelf moet presenteren, dan kan ik het me wel een beetje voorstellen. Na de meeting heb ik even gekeken bij Itoh-san, de student van het Sensible Human Project (SHP). Daar heb ik al eerder over verteld. Nu heb ik een demonstratie van het apparaat gekregen. Dat is echt grappig: je houdt een soort pen vast, die verbonden is met allerlei veren, motortjes en een contragewicht. Op het computerscherm zie je dan een stip, dat is de punt van je pen. Er liggen dan bijvoorbeeld een aantal kubussen, die kan je met je pen heen en weer duwen en dat voel je dan ook! Je kunt ook wrijving simuleren, of gelei, dan druk je langzaam door iets heen. Itoh is nu bezig met de componenten voor zijn systeem. Zijn grootste struikelpunt is nu de visuele feedback (3D op het scherm). De data voor het project (elasticiteitsdata van een menselijke lever) worden verzameld door een project van Matsuda-sensei. Die spreek ik deze week nog (zie later). Daarna had ik een afspraak met Komori-sensei, een instructor. Met hem heb ik gesproken over hoe het MINCS-project er uit ziet. Het is heel mooi, maar niet zo flexibel, want het kan alleen gebruikt worden voor twee TV-kanalen, waarvan maximaal één HDTV. Bovendien is de opstelling erg duur (HDTV-encoder en decoder naar MPEG3, satellietantennes en verder apparatuur, tijd op de communicatiesatelliet, verdere AV-apparatuur). En, jammer genoeg voor mij, het is allemaal al af, zelfs de evaluatie-ronde is al geweest. Komori vond het wel goed als ik met Itoh aan het SHP zou gaan werken. Dat lijkt mij ook erg leuk. Ondertussen was het alweer laat geworden, dus op weg terug naar Shugakuin.
En jawel aangekomen
in het appartement hadden we post! Het was de NRC-weekeditie. Na 10 dagen
kregen we een brief dat het abonnement was geaccepteerd en dat 13 oktober
(morgen dus!) de eerste editie per luchtpost aan ons zou worden opgestuurd,
we zijn benieuwd hoe lang dat nog gaat duren. Binnen aangekomen heeft Ellen
eerst maar even haar moeder gebeld, de laatste dagen zijn er namelijk allerlei
rare problemen met de email, lijkt het wel. Ik vertelde van Johan Visser's
mail en wat ik terug geschreven had. Ook vertelde ik van het NRC. Daarna
was het tijd om eten te bereiden, nou ja bereiden? We aten vandaag de kant-en-klaar-alleen-water-bijvoegen-maaltijden.
Leuk om te testen. Een grote pan water dus in de magnetron en wachten maar.
Nieuwsgierig de bakjes opgemaakt. Dat van Ellen leek allemaal zeer op de
zooi in Cup-a-soup, dus van dat strooisel met hele kleine stukjes groente.
De noedels lagen op de bodem van het schuimrubberen-geplastificeerde bakje.
Ook nog zet er één stukje gedroogd vlees bij. Het ruikte
redelijk. Bij Jan-Pascal was het iets anders. Alles in het bakje was nog
eens ingepakt. De noedels waren wat natter dan die van Ellen. De saus was
echt al saus. Het zag er beter uit, maar rook niet erg aantrekkelijk. Na
het water erop gedaan te hebben, was het tijd om te proeven. En gelukkig,
het viel heel erg mee. Niet dat je zegt, joepie, dat wil ik iedere dag,
maar het was best redelijk binnen te houden. Wel waren we van mening dat
het lekkerder zou zijn als je de saus van Ellen bij de noedels van Jan-Pascal
hebt.
's Avonds keken we
nog een klein beetje naar het programma van Ellen en gingen verder nog
een lekker ontspannend spelletje spelen. Verder heeft Jan-Pascal uitgevogeld
hoe je ervoor zorgt dat de laptops zich zowel op de universiteit als in
het appartement netjes gedragen. Bij het opstarten vragen ze nu waar je
bent en aan de hand daarvan worden, voordat Windows start, de juiste eigenschappen
voor het netwerk en Netscape ingesteld. Zie voor verdere details deze
pagina (Engels). Nu kan Ellen thuis ook weer van het netwerk gebruik
maken zonder dat ze elke keer opnieuw moet opstarten als ze de instellingen
aangepast heeft.
In de ochtend ging Ellen nog wat verder met de overheidsplannen ten aanzien van City Logistics. Dit was vrij snel gereed. Toen ging ik de modellen beschrijven gebruikt hier op de universiteit. Omdat ik nog niet zo zeker weet hoe dit nu eigenlijk zit, ik heb alleen maar één tekst over een model, besloot ik het aan de reeds aanwezige student te vragen (die ook gisteren met Fortran bezig was mij dat te leren). Na een heleboel uitleg, vooral zinnen met andere woorden herhalen, kwamen we er samen ongeveer uit. Ik heb beschreven wat hij verteld heeft en zal dit ter correctie nog even aan meneer Taniguchi voor leggen. Meneer Taniguchi is er ongeveer de hele week niet vandaar dat ik hierover niet met hem kon praten. Ik zette de rest van de dag een kort stuk op over de basis ideeën van die modellen. Ondertussen moest ik dus van Jan-Pascal naar de radio luisteren omdat zijn email aan Patrick Kicken zou worden behandeld. Ik was een beetje laat en heb dit helaas dus gemist. Van Jan-Pascal begreep ik wel dat er nog een verzoekplaatje voor mij gedaaid zou worden, dus iedere keer als het over verzoek platen ging, moest ik natuurlijk even goed luisteren. Maar helaas, niet eentje voor mij. Om twaalf uur bemerkte ik ineens dat ik al wel lang geen mail-controle was geweest. En toen jawel, lag mijn mailserver dus dood. Ook surfen was onmogelijk geworden. Ik zond Jan-Pascal dus maar een boodschapje per telefoon, dat mijn email het niet deed en dat ik wilde gaan lunchen als het hem uitkwam.
We hadden allebei een krentenbol (van gisteren) en een half klein stokbrood, Jan-Pascal met worst en Ellen met Duo Penotti. Bovendien had Jan-Pascal nog een klein broodje, gisteren bij de bakker om de hoek gehaald, waarvan hij hoopte dat het een bruin broodje zou zijn. Maar het was wit met een paar dingetjes erin (graankorrels of zo). Samen met de melk van de universiteitswinkel was het toch een prima lunch. We gingen allebei weer aan het werk. Even na lunchtijd werd Jan-Pascal bij de professor geroepen. Er kwam eeen buitenlandse gast (een Amerikaan) en die wilde graag een internetpagina hebben. Of ik dat wel eens gedaan had, en of ik hem daarbij wilde helpen. Ja hoor, dat wil ik best doen. Het is me alleen niet helemaal duidelijk of die gast nu bij onze afdeling komt, of ergens anders in het ziekenhuis. Ach, we zien het de 20e wel (dan komt hij aan). Daarna ben ik bij de centrale kas van de universiteit, in het "klok"-gebouw, mijn collegegeld gaan betalen. Met de kwitantie daarvan, en het medische formulier, kon ik vervolgens naar de centrale administratie van de Medische faculteit om mijn collegekaart op te halen. Het was een beetje vaag, want ik kreeg mijn kaart al mee zonder dat de vrouw achter het loket naar de medische papieren en de kwitanties keek. Maar al snel kwam er iemand anders bij die dat wel deed en mijn medisch formulier meenam. Ik ben nu dus echt 'research student' hier. De rest van de dag heb ik zitten lezen in de 6th technology forecast survey uit 1996, die ik integraal op internet had gevonden. Er staat veel interessante informatie in, ook in de lijst van experts die voor elk gebied de vragen opgesteld hebben en de instituten waar zij voor werken.
's Middags na het beschrijven van het basismodel, ging ik verder met het ontcijferen van het Fortran programma. Ik markeerde de onduidelijkheden maar even en gaf ook alle loeps in het programma aan. Dat maakte het een stukje leesbaarder voor mij. Waar Jan-Pascal en ik gisteren waren opgehouden, kwam ik nog wel een eindje verder. Het invullen van de basis (uitgangs) string begrijp ik nu helemaal. Verder kon ik wat lussen vinden, waarin naar de beste oplossing werd gezocht, maar hoe begreep ik niet echt. Ondertussen had ik bemerkt, dat ik wel mail kon versturen, maar het niet kan ontvangen. Mijn out-going mail is ook via de vakgroep, namelijk omdat ze een of ander sub-net hebben liggen. Dit was dus kendelijk niet dood. Mijn incomming-mail server (een persoonlijke denk ik) lag er dus wel uit. En ook mijn proxies deden niets meer. Jan-Pascal mailde doodleuk per telefoon... kwestie van systeembeheer. Hmmm. Dus besloot ik meneer Kurauchi maar een mailtje te sturen, hij had immers alles ingesteld. Echter na vier uur ellende, bleek het ineens wel weer te werken, dus ik er achteraan mailen, dat het niet meer hoefde. En jawel, je raad het al, tegen vijfen opnieuw... ploep! Alleen nu kon ik ook niets meer versturen, dus zal het nu toch wel aan meer dan alleen mijn incomming mail liggen. Ik mailde Jan-Pascal daarop maar weer per telefoon, maar later bleek dat hij al op weg naar mij toe was. We zagen elkaar dan ook toen we bijna te gelijk op het punt waar ik meestal lang moet wachten aankwamen.
Op weg naar huis, wilde
Jan-Pascal nog even lang de grote supermarkt. Afgelopen nacht had hij voor
een uurtje mijn kussen uitgeprobeerd, omdat hij het toch ook wel hard vond.
Hij wilde na het testen van de mijne ook wel een ander kussen kopen. Helaas
bleek het kussen dat we voor mij gevonden hadden onvindbaar. Het moest
minstens zo zacht zijn volgens hem en dat was best wel een probleem. De
meeste waren harder en degene die zachter waren, waren weer te zacht. Nu
neemt Jan-Pascal maar Ellens kussen en heeft Ellen een nieuwe mooie met
Snoopy erop. Toen we naar buiten wilden gaan, bleek het ineens te zijn
gaan regenen. Hmmm... dan maar weer even terug naar binnen. We hadden gezien
dat er iets nieuws was in de winkel, namelijk een ¥100-shop. Dus daar
gingen we maar even kijken. Wat rijker met onder andere een een snijplankje
(anders gaan de borden zo stuk) gingen we weer naar beneden. Helaas het
regende nog steeds. Toch maar verder gefietst en kletsnat kwamen we aan
bij ons appartement. Eerst dus maar even de broeken en t-shirts op de waslijn
gehangen en een pyama aangetrokken. Daarna koken. Vandaag spaghetti en
ook nu maakten we twee porties, zodat er nu nog eentje in de koelkast ligt
te wachten.
Na het afwassen hebben
we verder gekeken naar het programma van Ellen, waar we gisteren gebleven
waren. We hebben het nu helemaal doorgewerkt, op één loep
na, die vergelijkbaar moet zijn met een andere. Kan ze morgen zelf nog
wat puzzelen. We zijn een heel eind gekomen, alleen ontbreken er waarschijnlijk
een aantal stukjes programma's (subroutines). Kan Ellen dan mooi morgen
of wanneer ze één van die studenten weer ziet vragen. Daarna
weer even aan de webpagina geklust en ook nog de krant op internet gelezen.
Omdat ik na het afmaken van het overheidsbeleid en de onderzoeken op de universiteit niet echt wist waar ik verder moest, ben ik maar wat gaan surfen. Al hoewel... ik wist dat via het ministerie van Transport een hoop transport links te vinden waren. Hier in Japan is de overheid heel goed vindbaar op internet en staat er op de pagina's in tegenstelling tot sommige nederlandse overheidsinstellingen goede up-to-date informatie. Zo had ik na 5 minuten al een pagina over de 'Japanese Trucking Association (JTA)' gevonden. Dit is de belangenorganisatie van transportbedrijven die transporteren met behulp van vrachtwagens. Hier bleek dus echt alle informatie op te staan die ik nodig had. Het kostte me tot de lunch om alle subpagina's aan te klikken om alleen maar te kijken of er iets interessant opstond en wat dan ongeveer.
Het was weer woensdagochtend en dus voor Jan-Pascal tijd voor research meeting. Zoals al gezegd, om 9 uur 's ochtends. Er waren dan ook maar weinig studenten. De studente voor wie het verplaatst was (Imai) was er gelukkig wel. Arwa had nu een 'herkansing' voor twee weken geleden. Toen had haar chipkaartsysteem erg veel last van het demonstratie-effect. Nu ging het veel beter. Ze was erg zenuwachtig, maar de demonstratie verliep vlekkeloos. Alleen haar uitleg over hoe het systeem werkt was niet zo helder, maar misschien werd het daar alleen maar indrukwekkender door. Prof. Takahashi had gisteren een fax gekregen van een chipkaartfabrikant die het systeem in heel Taiwan wil gaan invoeren en in zijn presentatie in Taiwan had hij verwezen naar 'de groep van Prof. Takahashi van Medical Informatics in Kyoto'. Kortom, professor blij en wat Arwa ook gedaan had, hij prees haar zo ongeveer de hemel in. Haar laatste artikel is ondertussen de deur uit, nu hoeft ze 'alleen' nog maar haar proefschrift af te schrijven. We zijn trouwens voor vrijdagavond uitgenodigd om bij Arwa en Harry (haar man) thuis te komen eten. Ze vroeg of er iets was wat we niet aten en was heel verbaasd dat Ellen geen kaas lust. Sommige mensen hebben van die rare ideeën over Nederlanders.. dat we stuk voor stuk dood zouden gaan als we onze dagelijkse portie kaas niet krijgen of zo.
De lunch gingen we, na wat overleg, bij de Mac nuttigen. Bij de Mac hier bij de universiteit komen naast een heleboel studenten ook allerei mensen grote hoeveelheden voor bedrijven halen. Je moet dan ook snel wezen om niet lang ik de rij te staan. Jan-Pascal probeerde weer één of andere nieuwe Japans broodje uit. Het had echte kip erin! Maar de saus was niet echt om te juichen.
Na de lunch gingen we
samen naar de bibliotheek om Jan-Pascal in te schrijven. Nu hij een collegekaart
heeft kan dat namelijk. Het ging wonderbaarlijk snel en natuurlijk moet
hij ook een week wachten op zijn kaart. Daarna zijn we nog binnen gaan
kijken. Bij de computers en de boeken en later ook nog even bij de kranten
en tijdschriften. Dit was echt lachen, mensen zaten de Times te lezen van
5 dagen geleden. Ach, misschien goed voor het Engels of zo.
De rest van de middag
besteedde Ellen aan het rustig verder lezen aan de pagina en schreef al
een stuk over de transport bedrijven. En weer viel het mij op hoeveel invloed
dergelijke belangenorganisaties hebben op de politiek. Echt veel meer dan
in Nederland. Voor mijn uiteindelijke conclusies uiteraard belangrijk om
in de gaten te houden. Ellen wilde ook de jongen van het Fortran-programma
nog vragen of ze de stukken kon krijgen die er niet bijzaten. Maar hij
was er niet vandaag.
's Middags was er op het ziekenhuis een MINCS sessie, die Jan-Pascal natuurlijk wel wilde bekijken. Helaas was er geen publiek vanuit Kyoto en verder was het natuurlijk allemaal Japans. Wel heb ik uitgebreid de controlekamer bekeken. Wat een apparatuur staat daar zeg! Het meeste is wel redelijk standaard, maar er staan ook 2 HDTV MPEG3-encoders en die zijn volgens mij zeker niet goedkoop! Met Komori-sensei heb ik nog wat gepraat over MINCS en de netwerkvoorzieningen binnen het ziekenhuis.
Op de terug weg naar het international house stopten we nog even bij de bakker. Jan-Pascal was binnen om brood te zoeken. Het stokbrood lag er niet of niet meer, was niet duidelijk. Ineens hield hij toen een soort bruin brood voor het raam! Whow, maar toen hij wilde afrekenen, kwam er allemaal onduidelijke gebaren dat we dat niet mochten kopen. Volstrekt vaag voor ons. Maar goed uiteindelijk heeft hij het brood maar terug gelegd en zijn we zonder brood maar doorgefietst. Die avond was onze was nog steeds niet gedroogd, grootste probleem: de vochtigheidsgraad van de lucht. Daarnaast was het deze avond ook om onduidelijke reden enorm bedrukkend en zelfs een beetje benauwd warm. Er was vandaag ook post. Een erg vage lange soort kassabon formaat iets. Wat we denken is dat dit de energierekening is. Maar dat gaan we dinsdagochtend maar eens vragen. Dit is de eerste keer dat we 's ochtends op een weekdag wat later weg kunnen.
Jan-Pascal ging ondertussen weer aan de slag met zijn desk research naar de belangrijke instituten in Japan op telematica-gebied. Via de Technology Survey en Internet kom ik een hoop te weten. Verder zijn we (Ellen en ik) uitgenodigd voor een lunch met prof. Takahashi volgende week donderdag, 22 oktober, bij een restaurant in de buurt van het ziekenhuis.
Lunch bestond uit wat broodjes van de Coop, helaas geen krentenbollen vandaag te koop. Jan-Pascal vertelde ten eerste dat Professor Takahasi ons heeft uitgenodigd voor een lunch volgende week. Geweldig al die aandacht echt leuk dat al die mensen zo begaan met ons zijn en ons uitnodigen! Dat wordt dus donderdag volgende week. Bij de lunch zag je overal waterdruppeltjes aan de blaadjes hangen, maar het regende gelukkig toen niet. Ook vertelde Jan-Pascal dat hij 's middags een presentatie van Mincs zou hebben.
In de middag is Ellen weer verder gegaan met haar tekst. Eigenlijk met het verder in elkaar zetten van het eerste gedeelte. Alles een beetje netjes achter elkaar zetten enzo. Vrijdag moet deze eerste periode volgens mijn planning worden afgerond. Dus het komt goed uit. Ook heb ik nog conclusies geschreven bij mijn onderzoeken naar de Japanse situatie deze twee weken. Vooral bestaan deze uit opmerkingen over de minimale verschillende tussen Japan en Nederland die wel grote gevolgen kunnen hebben. Ze moeten dan ook goed in het achterhoofd worden gehouden. Tegen half vier kreeg ik nog mail van Jan-Pascal dat de presentatie pas om half vijf zou zijn en dat ik dus maar zelf naar huis moest gaan. Om vijf uur toen ik ook net gereed was met de conclusies, dacht ik... als hij toch nog een tijd bezig is, dan kan ik nog wel even rustig de krant via internet lezen. Maar om vijf over vijf kreeg ik ineens mail dat hij al klaar was, of ik er nog was en of we samen terug zouden fietsen? Deze middag had ik ook gehoopd dat de jongen van het Fortran-programma er wel zou zijn. Maar ook nu helaas niet. De andere jongen was er wel, dus vroeg ik het maar aan hem. Hij wist het niet zo goed, want het was niet zijn programma. Hij heeft wat op de computer van de eerste jongen gezocht, maar kon niet vinden. Ik vroeg daarop of hij dan een ander programma van een model kon geven. Daarop moest hij hard en lang denken. Dus vroeg ik maar naar zijn programma. Toen hij het had uitgeprint bleek het 35 pagina's dus ik heb nog wel wat te bestuderen!
's Middags ging Jan-Pascal ook weer aan de slag met zijn meta-onderzoek. Hij probeerde nog een afspraak te maken met Matsuda-sensei, die met kernspinresonatie-methoden de elasticiteit van levende weefsels aan het meten is, onder andere voor het SHP. Helaas had hij het te druk, maar morgen kon wel.
Op de terug weg gingen
we net als gisteren weer langs de bakker. Nu waren er twee van die rare
bruine broden. Jan-Pascal is geen opgever en probeerde het dus opnieuw.
Maar ook vandaag mochten we het niet kopen. Nu hadden ze gelukkig we weer
stokbrood, dus namen we dat maar mee. Ook gingen we langs de supermarkt
want het vlees was op. We sloegen weer even wat in voor de diepvries. Daarnaast
zagen we soort versnapering (chipjes of zo) met zeewier, dat leek ons wel
grappig. We zochten nog naar een passend kadootje voor Arwa, waar we morgenavond
gaan eten. Iets van een vrolijk blik met koekjes leek ons wel wat. Uiteindelijk
werd het een fles met pistachenootjes.
's Avonds ging Ellen
nog even haar haren wassen. Jan-Pascal kwam ook nog even in de badkamer
toen ze bezig was en wilde zijn handen wassen. Hij zette dus de koude kraan
aan, waarop Ellen ging gillen. Oooh dacht hij, ik heb haar nu onder de
hete straal gezet, dus hij deed snel de koude kraan uit. Daarop was Ellens
gil nog harder! waarom? De douch is dezelfde kraan als van de wastafel.
Er zit dus een knop op om te zorgen dat het water of wel uit de douch of
wel uit de kraan van de wastafel komt. Dus toen Jan-Pascal aan de koude
kraan draaide, zette hij deze verder open dan dat deze al stond en Ellen
stond onder een koude (ipv wat hij dacht, warme) douch. Bij het uitzetten
van die kraan gebeurde natuurlijk het omgekeerde en zette hij Ellen onder
de hete kraan! Toen we 's nachts in bed lagen begon het vreselijk te onweren,
dus onze was hangt nog steeds buiten nat te worden.
Terug op de universiteit
vertelde ik dat alles goed was gegaan aan Taniguchi. Hij vond het raar
dat ik met de bus naar het station was gegaan. Vroeg zich af hoe ik dat
had kunnen vinden. Verder vertelde hij dat er een Tyfoon op komst is en
dat hij hoopt dat deze er morgen nog niet zal zijn (als wij naar hem toe
gaan). Nou volgens mij diende deze zich al behoorlijk aan.
Terug in de studenten
kamer heb ik daar mijn lunch genuttigd na Jan-Pascal op de hoogte te hebben
gesteld van het feit dat ik al eten had. Daarna nog wat gewerkt maar dat
stelde niet echt veel voor. Om half vijf ging ik inpakken en richting Medische
Informatica lopen.
Ook bij Jan-Pascal schoot het vandaag niet zo op. 's Ochtends wel uitgebreid met Matsusa-sensei gesproken over de techniek die hij gebruikt om elasticiteit van weefsels te meten. Met NMR kan je namelijk wel bewegingen van de kernspins volgen, die uiten zich in fasedraaiingen van het signaal. Door nu van buitenaf een harmonische trilling op te leggen (met een trilapparaatje) en fasegevoelige detectie toe te passen, kan je meten hoe snel deze trilling zich door de weefsels voortplant. Met veel rekenen komt daar weer de elasticiteit uit. Nu was Jan-Pascal wel blij met zijn natuurkundige achtergrond, anders was dit totaal niet te volgen geweest! Even later kwam Ms. Shiomi, de secretaresse van prof. Takahashi, vragen of ik even bij de prof langs wilde komen. Hij had een verzoek gekregen van de afdeling neurochirurgie. Er kwam een belangrijke Amerikaanse professor te gast en die wilde graag een homepage. Of ik daar wat van wist en of ik hem daarbij wilde helpen. Ja hoor, dat wilde ik best. Ik dacht bij mezelf, ik snap niet helemaal waarom hij dat hier wil, maar ik wil hem er best mee helpen. Professor Apuzzo (zo heette hij) zou dinsdagmiddag een lezing komen geven, of ik dan ook kwam. Geen probleem dus, maar ik dacht, ik vraag hem zelf wel wat nu precies de bedoeling is. Overigens was er vandaag totaal niemand op het lab, op de secretaresse na. Misschien vanwege het weer, of omdat het vrijdag was of zo. Even voordat we op weg moesten naar de trein naar waar Arwa woont, ging ik naar buiten om Ellen op te vangen. Omdat ik haar nog niet zag, liep ik haar vast een stukje tegemoet.
In de stromende regen
op weg naar het ziekenhuis kwam Jan-Pascal me al tegemoet lopen. We liepen
samen naar Maratumachi-station. Daar moesten we een overstapkaartje
kopen naar Takanohara-station, overstappen moest op Tambabashi-station.
We konden dit echter niet vinden. We gingen naar het loket en vroegen het
door het op de kaart aan te wijzen. Ze waren weer erg behulzaam, schreven
het tarief op en kwamen uit hun hokje om aan te wijzen hoe het kaartje
te kopen. We moesten naar een speciale automaat en dan de goede rail-operator
waarop je overstap aangeven. Oké. Op het perron stond alleen een
local trein, wat betekend zo'n 20 stations stoppen. Dus maar even op een
express wachten. Dat duurde niet zo lang. Op Tamababashi station was het
overstappen via een hele lange weg, waardoor we precies de limited express
trein daar misten. Ook hier moesten we geen local nemen, omdat we dan weer
zo'n 17 stops zouden meemaken. Even dan maar de tijd om het kadootje in
te pakken. Was niet echt makkelijk met het kleine schaartje van Jan-Pascals
zakmes, maar het lukte aardig. De local trein die tussendoor nog stopte
zat propvol, dus dat beloofde niet veel goeds.
Toen de goede trein
kwam, vroegen we ons af of we er nog wel bijkonden. Maar met een beetje
naar binnengeprop lukte het. Het leek wel een Nederlandse bus, bij de uitgangen
stond iedereen bovenop elkaar, maar er tussen in konden mensen erg ruim
staan. Je zag niets meer door de beslagen ruiten. Bij de volgende halte
stapte gelukkig al heel wat mensen uit. We moesten de 6de stop hebben en
ook de hele reis staan. Na 4 stops hadden we gelukkig zoveel ruimte dat
we onze tassen, met laptops op de grond konden zetten. Aangekomen op het
station belden we naar Arwa thuis, omdat ze ons zouden komen ophalen. Haar
man nam op en vertelde dat we bij de taxiplaats moesten gaan staan. Daar
kwam hij inderdaad na 3 minuutjes aan. Samen met hun zoontje Hani van 5.
Er was nog een andere gast 'Rick' uit Boston. Hij had 6 jaar geleden ook
hier gewoont en bij ATR, maar woonde nu weer in Amerika. Hij was nu voor
een 'short' visit van een maand hier. Hij komt kennelijk vaker. Er zou
ook nog een student van het lab van Jan-Pascal komen en nog twee mensen
van ATR. Deze laatste twee hadden moeten afmelden, maar van de andere student
hadden ze niets gehoord. We kregen wat versnaperingen en gingen toen aan
tafel. Bij hun huis, net als bij Japanners, moest je bij de deur je schoenen
uit en op sokken lopen. Ze hadden een appartement in een buitenomgeving.
Grote flats met heel veel ruimte en groen ertussen. Een boel bomen waren
de afgelopen nacht en door de vorige tyfoon gebroken. Het hele stadje is
pas 10 jaar oud.
Arwa had zich echt
uitgesloofd en van alles gemaakt. Een ovenschotel met rundergehakt, worteltjes,
en van alles erin. Op de top kaas en een klein stukje zonder voor de mensen
die geen kaas lusten. Ze had namelijk aan Jan-Pascal gevraagd wat we niet
lusten, dus had Jan-Pascal kaas doorgegeven. Daarop had ze gevraagd of
Ellen wel echt Nederlands was. Verder kerrie met kip. Gele rijst. Iets
voor vegetariers. Salade en nog een Jordaanse schotel. Dit was soort brood
met lamsgehakt, uien en kruiden. Alles was erg lekker en veel. Maar dat
kwam natuurlijk ook omdat ze op veel meer mensen had gerekend. Verder nog
Chileense wijn. Hun zoontje was helemaal doorgedraaid van het feit dat
er zoveel onbekende gasten waren. Hij liep de hele tijd door het huis te
dollen en wilde maar niet aan tafel gaan zitten. Het ventje spreekt goed
Engels, moet hij thuis ook. Maar Japans spreekt hij volgens zijn ouders
beter. Hij zegt ook tegen veel mensen dat zijn mami Jordaanse is, zijn
papi Duitser en hij Japans. Hij spreekt maar een heel klein beetje Duits,
alleen kleuren. Komt ook een beetje omdat Arwa Duits een lelijke taal vindt.
Maar ze willen het hem wel nog leren. Na het eten was er ijs. En daarna
nog allerlei hapjes en drankjes. Rick belden nog naar de bovenburen. Dit
was een Duitser, ook werkzaam bij ATR die met een Japanse getrouwd was.
Of ze ook nog langs wilden komen. Zij kwam dus met hun beide koters ook
langs. Er werd veel over ATR gesproken wat Jan-Pascal natuurlijk zeer aansprak.
Met Arwa hadden we het nog over het Japanse universitaire systeem. Ze heeft
hier natuurlijk zelf gestudeerd. Ze vertelde dat dat echt een eitje is.
Je moet je lessen volgen voor de credits. Tentamens halen is geen enkel
probleem. Ze gaan twee keer hard werken. Eerst voor het halen van de undergraduate
level. En dan voor hun Master thesis. Verder is de high-school veel belangrijker.
Daar moet je zorgen bij de goede universiteit binnen te komen. Daarna is
het belangrijk wat te doen als je een scholar-ship voor een vervolgstudie
wilt krijgen.
Om half elf moesten
we echt terug om de trein van 22.48u te halen. Dat was de op een na laatste
en leek ons wel handig. We kwamen echter pas om 22.45u op het station.
We wisten niet zo goed welk overstap kaartje te kopen, dus deden we maar
de tweede knop. Zelfde als op de heenweg. We renden naar het perron, maar
nee, trein weg! Daarop ging Jan-Pascal vragen of het het goede kaartje
was. Ook dat was verkeerd. Hij had de eerste maatschappij moeten nemen.
De man die hem hielp sprak onverwacht goed Engels dus dat was handig. Ook
Ellens kaartje werd ingeruild. Toen moesten we dus nog 20 minuten op de
laatste trein wachten. Bij het overstap-station was opnieuw de trein net
vertrokken. Dus weer een half uur wachten op de volgende. Uiteindelijk
aangekomen bij Demachiyanagi-station bleek dat het locale treintje
naar Shugakuin-station niet meer ging. Hmmm. toen moesten we dus
met de taxi. We kleurden het international house op de kaart in om aan
te geven waar naar toe. De chauffeur begreep het echter niet echt en vroeg
'Shugakuin-station'? Ach dat maakt niet uit, van daar is het 2 minuten
lopen. En op weg, bedachten we ineens, dat de vooringang toch gesloten
zou zijn, dus dit was minder ver lopen in de stromende regen.
Om
half twee nam Ellen de trein van Shugakuin naar Demachiyanagi. Het regent
nog steeds een beetje. Onderweg kreeg ik nog een boodschapje van Jan-Pascal
op mijn telefoon. Om 10 voor twee was ik al bij de kaartjes automaat en
dus op de afgesproken plaats. Om iets voor twee zag ik nog niemand en ging
me steeds meer afvragen of er nog een ingang naar de perrons was. Ik ging
naar de uitgang waar Johan Visser en Rusell Thompson het meest waarschijnlijkst
naar boven zouden komen. Ik belde even Jan-Pascal of er misschien iemand
had gebeld, maar nee. Aan de overkant van de weg was nog een ingang, waarnaartoe
ik geen uitgang had gezien. Ik liep daar dus even in en zag dat er inderdaad
dus een tweede ingang was. Het zweet ging me nou echt wel een beetje uitbreken.
Toen ik terug naar
boven liep zag ik ze gelukkig net aankomen lopen. Ze verontschuldigden
zich dat ze zo laat waren. Ik vroeg waar een kaartje naar toe te kopen
dat bleek Tambabashi-station te zijn. Daar waar we gisteren ook
waren overgestapt! Ik vroeg daarop of we daar moesten overstappen. Ik wist
van meneer Taniguchi zelf dat hij anderhalf uur van de universiteit woonde
dus ik nam aan dat het nog wel verder was. Ja dat moesten we. Ik zei dat
ik gisteren een overstapkaartje had gekocht, maar meneer Thompson, die
hier zelf een tijd heeft gewoont wist niet dat dat kon en kocht liever
een gewoon kaartje. Ik de trein bleek dat hij Arwa en haar man kende! Hij
had er een paar verdiepingen boven gewoon. Japan is toch klein niet waar.
Ik zei dus dat ik gisteren daar naartoe een overstapkaartje had gekocht
en dat ik op de terug weg wel zo laten zien hoe. We gingen nu naar precies
hetzelfde station! Meneer Taniguchi woont eigenlijk aan een van de stations
van de localtrein, maar dan moet je dus nog een 2 keer overstappen op een
local trein en nog eens 6 haltes! Hij zou ons dus bij het express station
komen halen. We belden vanaf het overstap station hoe laat we zouden komen.
Inderdaad kwam hij ons tegemoet. Hij heeft een erg grote auto met jawel!!
een navigatie systeem dat ook rekening houdt met actuele verkeerssituatie
als congestie en ongevallen. Via satelliet en intelligentie in de wegen
komt de informatie binnen. Bij verkeerslichten bijvoorbeeld wordt de situatie
op de wegen doorgegeven. Eén cd-rom in het apparaat heeft de wegenkaarten.
Ieder jaar kan een update daarvan gekocht worden. De kortste route wordt
vervolgens berekend. Het systeem laat zowel de route op kaart zien als
dat het wordt verteld. Afhankelijk van de snelheid wordt 700 of 200 meter
van te voren verteld als je links of rechts moet afslaan. Indien een lang
stuk rechtdoor moet worden gereden wordt dit ook gemeld. Dat vertelde hij
want het Japans kan ik natuurlijk niet verstaan. Het systeem dat hij heeft
is ongeveer 2 jaar oud. Echt tof was dat, zeker omdat het nog jaren duurt
voordat die congestie informatie in Nederland in dergelijke systemen komt.
Nog niet bekend hoe dit door zal worden gegeven.
Bij zijn huis aangekomen,
moesten
we uitstappen voor het parkeren. Meneer Thompson vertelde toen dat er in
de auto ook een systeem met video en waarschuwingspiepjes voor achteruitrijden
zit. Je kunt op de video gewoon zien hoe ver je nog kunt gaan en de piepjes
worden steeds harder als je dichtbij de blokkade komt. Ook al zo iets mafs.
Die piepjes-systemen kennen we in Nederland sinds kort in vrachtwagens.
Zo kan bijvoorbeeld een vrachtwagen chauffeur worden gewaarschuwd voor
kinderen achter zijn wagen. Maar met video had ik nog nooit van gehoord.
Door de ruit zag ik
al dat hij ook nog een dochtertje had. Daar had ik dus geen kadootje voor.
Ik liet de beide heren voor gaan, zodat ik mooi kon bekijken wat ze zouden
doen. Uiteraard weer schoentjes uit en toen pakte ik maar mijn kadootjes.
Meneer Thompson kende de vrouw van meneer Taniguchi ook en gaf haar meteen
een hand en zijn kado's. Daarna Johan Visser. Ik gaf haar een kadootje
speciaal voor haar. Ze gaf zonder aarzeling een slap handje aan mij. Aan
meneer Taniguchi gaf ik een boek, had mama in België gekocht en was
in het Japans over kunst in België. Ik zei erbij dat het voor zijn
hele gezin was. Sommige kadootjes maakte hij meteen open. Zo ook mijn boek.
Hij was er erg blij mee en vooral verrast dat het in het Japans geschreven
was. Gek hoor, je stelt in op het idee dat ze het misschien nooit zullen
open maken en dan doen ze het meteen. Nou ja, mevrouw Taniguchi nog niet.
Ze wist precies wie ik was en dat mijn financé ook in Japan is.
Dus dat vond ik erg leuk. Ze sprak ook goed Engels, later werd me duidelijk
waarom. Ze leert voor vertaalster Engels-Japans en andersom. We moesten
nog even wachten voordat de thee ceremonie, speciaal voor ons zou beginnen.
Ongeveer 5 minuutjes
later werden we uitgenodigd door de vrouw in Kimono die de thee ceremonie
leidde. Zij is daar speciaal in opgeleid. In een kamer met tatami matten
op de vloer en twee kleden waarop we op onze knieen konden gaan zitten
werden we binnen geleid. We mochten van meneer Taniguchi gewoon relaxed
gaan zitten, maar toch heb ik even geprobeerd het op mijn knieën vol
te houden. Na 15 minuten deden mijn voeten wel wat zeer, dus ben ik toen
naast mijn benen gaan zitten. De vrouw die de thee ceremonie leidde sprak
ook een beetje Engels en vertelde de rest met hulp van meneer Taniguchi
en vooral zijn vrouw. Allereerst kregen we zoete dingen te eten. Daarvoor
hadden we een papiertje gekregen. Mevrouw Taniguchi deed alles rustig voor
ons voor. Je moest buigen voor het schaaltje en mocht dan één
of twee snoepjes pakken, waren ingepakt in een soort zakje. Daarna schoof
je de schaal door naar de persoon links van je. Ik pakte er maar één.
Ten eerste wist ik niet of ik het zou lusten en daarnaast een beetje bescheiden
blijven, want je weet niet wat er nog meer gaat komen. Vervolgens kwam
er een schaal met zoete cakjes. Deze moest je met stokjes pakken. Ik had
de dag er voor gezien dat Johan Visser linkshandig is (net als ik). Hij
probeerde eerst een beetje met rechts maar vroeg toen of het ook met links
mocht. Dit mocht als je linkshandig was. Dat lukte nog niet zo goed en
toen mocht hij het met zijn handen pakken. Ik zei maar meteen ik ben ook
links, na mijn buiging voor de schaal met cakjes. Het lukte meteen om het
op te pakken en ik kreeg een mini aplausje hiervoor. Het dochtertje van
meneer Taniguchi liep de hele tijd vrolijk en opgewekt overal tussen door,
wat de sfeer een stuk minder bedrukt maakte. Het meisje was volgens mij
best een beetje zenuwachtig omdat ze zelf ook nog nooit of misschien één
keertje een dergelijke ceremonie had meegemaakt. Vervolgens kwam de thee.
We hadden een ceremonie met lichte thee, wat weer anders moet zijn dan
met donkere thee. Als je je kom krijgt, moet je daar weer eerst voor buigen
en bedanken voor de thee. Vervolgens pak je deze op, door je handen aan
de onderkant eromheen te vouwen. Vervolgens zet je de kom tussen jou en
degene links van je. Je verontschuldigd je tegen deze persoon met een buiging,
omdat jij eerst thee mag drinken voor deze persoon. Daarna zet je de kom
voor je en pakt deze op. Nu moet je twee keer de kom met de wijzers van
de klok meedraaien. Dan mag je het leeg drinken. Je maakt met je vingers
even de plek waar je gedronken hebt schoon en dan draai je de kom weer
twee slagen terug zoals je die in het begin had gekregen. Je zet hem weer
voor je weg. De ceremonie was met Japanse thee. Andere manier is met Chinese
thee. De gebruiken zijn afhankelijk van het geloof, maar tegenwoordig wordt
het vooral door traditie bepaald. Ondertussen maakte meneer Taniguchi veel
foto's en zijn dochterje met zijn toestel ook, omdat ze dat heel leuk vond.
Ook meneer Thompson vroeg toen of hij foto's mocht maken. Ik vond het heel
jammer dat ik mijn toestel niet bij me had. Ik heb wel nog na afloop
aan meneer Tanaguchi gevraagd of ik wat foto's van hem kan krijgen. Na
afloop van de ceremonie met de lichte thee liet de vrouw in kimono nog
de voorwerpen zien waarmee ze de thee maakte. We mochten deze ook bekijken.
Vragen stellen was ook mogelijk. Dus vroeg ik nog of er altijd een dergelijke
theepot werd gebruikt. Er blijken dus verschillen voor zomer en winter
en ook voor in huis of in een tempel afhankelijk van de grootte van de
ruimte te zijn. Ze vroeg of we ook de donkere thee nog wilden proberen
en dat wilden we wel. Toen waren alleen andere kommetjes nodig. Dit had
te maken met de zon en de maan. De donkere thee hoorde bij de maan en de
kommetjes mochten daarom niet symetrisch zijn. Dit laatste was juist wel
nodig voor de lichte thee. De donkere thee daarnaast deel je ook met drie
personen. Je moet dan niet met je vingers de drinkplek drogen, maar met
een papiertje. Deze thee smaakte ook een stuk sterker, maar was ook lekker.
Ik vond het erg leuk om zo mee te maken, zeker omdat het een beetje losjes
en natuurlijk huiselijk was. De ceremonie werd afgesloten door alle naar
elkaar te buigen.
Vervolgens konden we
in de zitkamer/keuken onze benen laten relaxen door op de bank te kunnen
zitten. Nu vond meneer Taniguchi het tijd voor Champagne voor zijn gasten.
Ook kwamen er gebracht door zijn dochtertje chocolaatjes, toastjes en boontjes.
Zijn vrouw ondertussen werkte hard aan het eten. De tafel, gewoon westers,
was gedekt voor vier, dus ik vroeg me af of zijn vrouw wel zou gaan mee
eten. Ook was er gewoon met mes en vork gedekt, kon ik mijn geoefende kunsten
dus niet vertonen. Het bleek tijdens de gesprekken voor mij dat de familie
Taniguchi verder uit nog twee kinderen bestond. Een zoon van ongeveer 14
of 15, die naar school was (op zaterdag!) in Osaka (iedere dag 40 kilometer
van huis naar school en terug!) en nog een dochter van ongeveer 11 of 12.
zie was bezig om de entrance examens voor de school waar de zoon al zit
voor te bereiden en kwam tegen 19.00 u thuis. Om zes uur gingen we aan
tafel. Ondertussen zette de vrouw er nog een stoel bij een een klein bordje
met stokjes, hier ging het dochtertje zitten. Ze dekte ook nog een bord
aan het andere eind van de tafel en ging de keuken weer in. Het eerste
deel van de maaltijd bestond uit: stukjes vlees (grootte van giros) met
paprika, aubergine en kruiden; kleine visjes met rauwe wortel en uien ringen;
salade van sla, tomaten, komkomer, ei en kaas met dressing; stokbrood met
boter. Was allemaal erg smakelijk. Vol bewondering heb ik naar het dochtertje
zitten kijken hoe ze binnen een minuut en haar bordje bedekte met het vlees
en het ook nog opat met de stokjes. Ik kan best aardig met stokjes eten,
maar niet zo rap dacht ik.
Vervolgens kwam er
soep. Dit was corn-nog-iets soep. Maar dat laatste begreep ik niet helemaal.
Er zat inderdaad mais in de soep, verder proefde ik room en iets wat ik
niet zo goed weet dat het was. Het was in ieder geval erg lekker. Oja,
tijdens het eten kregen we allemaal nog rode wijn. Nu was ondertussen de
andere dochter thuis gekomen en zei ging op de bank met haar zusje samen
rijst eten. Mevrouw Taniguchi schoof gelukkig eventjes aan om vast wat
salade te eten en een beetje mee te praten. De volgende gang bestond uit
vlees (ik weet niet was, wel heel zacht en erg lekker), met champions en
één groene asperge allemaal overgoten met een soort tomaten
sausje. Dit smaakte een beetje als de saus bij foe-yong-hai maar
dan zachter. Tijdens dit eten, nam mevrouw Taniguchi ook de tijd om erbij
te komen zitten en zelf wat te eten. Na het weghalen van onze borden kwam
meneer Taniguchi met Delftse kruidenbitter, gekregen van Ron van Duin (mijn
begeleider). Nou ik hoefde niets meer hoor. De heren namen wel nog, alhoewel
Johan Visser meneer Taniguchi probeerde duidelijk te maken dat je een heel
klein beetje daarvan moet serveren. Ondertussen moest ik eigenlijk wel
erg naar de wc. Dus na een kwartier heb ik dat eindelijk aan de vrouw kunnen
vragen. Ze wees me de weg en deed het licht voor me aan. Gelukkig had ik
hierover gelezen en wist dat ik de aparte slippers in de wc moest aan doen,
dus deed ik dat. Toen ik doortrok ging er boven op de wc een kraantje lopen,
waarin je je handen kon wassen, alleen ging het kraantje niet meer uit!
Na veel wachten bleek dat dit pas uit ging, als de stortbak, waar het water
in viel, weer gevuld was.
Terug aan tafel had
het dessert ons bereikt, bestaande uit koffie een taart. Soort chocolade
taart met slagroom. De anderen bleken ook graag de wc te bezoeken en mijn
voorbeeld te volgen. Er werd nog wat gepraat over allerlei wilde plannen
om een City Logistics world wide onderzoeksgroep te stichten. Om
half 10 kwam de zoon uit school pas thuis. Ik heb echt medeleiden met dat
jongetje. Om tien uur moesten we weg, aangezien de gasten uit het Guesthouse
om 11 uur weer binnen moeten zijn. Bij het vertrek stond het kleine meisje
verlegen boven aan de trap naar beneden naar de gasten te kijken. Ik zei
dus: nice meeting you! Waarop ze in het Engels What zei. De moeder herhaalde
het dus, waarop ze vrolijk glimlachend naar beneden kwam om me uit te zwaaien.
Terug bij het station
liet ik de heren dus zien hoe je een overstapkaartje kocht. Ik kreeg de
verantwoordig op me voor als het niet correct was. Maar goed, gisteren
werkte het dus ook. We hadden geluk er kwam snel een trein. De Australiër
had nog verteld dat overstappen op het overstap station je altijd een wachttijd
van minstens een kwatier op leverde. Hij had tijdens zijn verblijf hier
nog nooit een mogelijkheid gevonden waarop het beter ging. Ook dit keer
moesten we tien minuten wachten maar ja. In de trein terug wees hij op
de kaart nog een aantal interessante (volgens hem) tuinen aan die ik zeker
moest gaan bezoeken. Dus we zullen eens kijken. In het locale treintje
naar Shugakuin belde ik Jan-Pascal om te vertellen dat ik eraan kwam en
of hij me wilde komen halen.
Toen Jan-Pascal Ellen had uitgezwaaid, installeerde hij zich voor een middag en avond alleen. Maar eerst moest er nog het één en ander gebeuren. De waslijn die we vanmorgen gekocht hadden hing hij in de slaapkamer op, zodat de was die buiten nat hing te blijven naar binnen kon verhuizen om dat langzaam maar zeker te drogen. De lijn hangt nu zig-zag tussen de gordijnroe en de roe voor een gordijn om het slaapgedeelde van het bureaugedeelte af te scheiden. Dit gordijn gebruiken we trouwens nooit. En alle was die nog buiten hing paste er precies op, er was nog ruimte voor twee sokken over. Nu was er weer ruimte buiten voor nieuwe was, dus deed ik een witte was in de machine. Nu op het tweede programma, we zien wel wat het wordt. En met Japans wasmiddel, wat te zien aan de grootte van het doosje en van het schepje wel compactmiddel zal zijn. Het regende nog steed, maar hij hing het toch maar op. Als het bijna droog is, dan halen we het wel weer naar binnen. En misschien, wie weet, wordt het ooit nog mooi weer. Toen was het tijd om het bad eens flink uit te schuren en de wastafel weer schoon te maken, net als de knop van de voordeur, die weer plakte, en de eettafel. Ondertussen was de was droog en kon ik die ophangen. Zo, nu eens even Linuxen. Ik heb nu ongeveer alles wat ik wil er wel opstaan. KDE draait uiteindelijk goed, het netwerkkaartje wordt netjes herkend, geen problemen met opstarten, hij schakelt bij het afsluiten netjes zelf de stroom uit, netjes allemaal. Hij merkt het zelfs als ik de netwerkkaart eruit haal en weer erin doe en werkt daarna bovendien prima verder! Dat lukt met Win95 niet. Ook voor Linux kan ik nu bij het opstarten aangeven of ik thuis of bij Medische Informatica ben en dan worden de netwerkinstellingen automatisch aangepast. Voor het avondeten hadden we vanmorgen weer zo'n piepschuim bak met gedroogd voer gehaald waar je heet water over moet gieten. Deze was niet zo lekker, veel vies vet aan het weinige vlees dat erin zat. Brrrr. Bij het afruimen gooide ik mijn stokjes in de vuilnisbak, pas bij het afwassen miste ik ze opeens. 's Avonds heb ik het eerste deel van Ellens verslag, voor zover het klaar was, gelezen. Ziet er goed uit, een paar stukjes zijn nog wat onduidelijk, maar daar staan ook nog allemaal stukken in rood tussen, wat betekent dat daar nog aan gewerkt moet worden. Toen ik het stuk net uit had, belde Ellen dat ze in de trein op weg naar Demachiyanagi zat. Met mijn trouwe metgezel de paraplu ging ik op weg om haar af te halen. Het waaide ondertussen behoorlijk, de taifoen zal wel in de buurt zijn. Ellen vertelde alles wat ze had meegemaakt die dag. We speelden nog een kaartspelletje en gingen toen slapen.
Wat er deze dag gebeurd is? Zondagavond kon Jan-Pascal heel moeilijk in slaap komen. Hij lag niet lekker, voelde zich misselijk en had pijn in zijn buik. Daarom besloot hij 's ochtends om niet op de gewone tijd op te staan, maar iets later. Toen hij zijn bed uit kwam, ging het al weer een stuk beter. Vandaag kwam prof. Takahashi met een neurochirug in een witte jas binnen. Het ging over de neurochirurg met wie ik morgen kennis zou maken (zie 16 oktober). Er werd me nog eens op het hart gedrukt dat het een zeer belangrijk persoon was. Nu was mijn taak opeens anders: dr. Apuzzo is de hoofdredacteur van het wetenschappelijk tijdschrift Neurosurgery en het was zijn plan om dit tijdschrift over te schakelen naar het Internet. Dat gaat toch wel een beetje boven mijn pet, dacht ik, maar ik wil natuurlijk best wat adviezen geven en zo. Daarom heb ik wat electronische tijdschriften op internet gezocht en daar zaten wel wat mooie bij. Nu maar morgenmiddag zien wat nu precies de bedoeling is.
In de middag is Ellen bezig geweest met het bedenken hoe het tweede deel er verder uit moet zien. Ook heb ik een figuur gemaakt waar nogmaals in staat weergegeven wat ik met mijn studie hier beoog. Deze is voor de bespreking van morgen om nogmaals de nadruk te gaan leggen op de interviews. Dit heb ik besloten nadat ik van Ron van Duin een email had gekregen waarvan ik nog niet zo goed wist wat mee te doen. Ik dacht dus, eerst maar hier kijken wat ik nou nog kan doen en daarna maar weer met Ron contact opnemen.
's Middags was er weer een department meeting. Allemaal weer in het Japans en volgens mij ook niet zo interessant. Toen hoorde ik opeens de woorden "Pascal-san" (zo noemen met hier) en "welcome party". Ik meteen weer wakker natuurlijk, maar er werd niets tegen mij gezegd. Ik hoorde naderhand van Arwa dat Takahashi nog een welcome party voor mij wilde organiseren, maar dat het heel moeilijk bleek te zijn om daar een goede datum voor te plannen en dat ze het daarom maar uitgesteld hebben tot de tweede helft van november. Toch raar dat ze dat niet even ook tegen mij zeggen, ik kan mijn naam toch verstaan dus weet ik dat ze het over mij hebben!
's Avonds was het helaas weer gaan regenen en onze was die bijna droog was, is nu dus weer helemaal nat!
's Ochtend heeft Jan-Pascal nog even gekeken of hij iets over deze prof. Apuzzo op Internet kon vinden. Ik wist dat hij bij de University of Southern California hoort, en www.usc.edu was snel genoeg gevonden. En jawel, onder Medicine/Neurosurgery was hij te vinden. Ik wilde eigenlijk nog een medisch tijdschrift op internet vinden. Even zoeken met Metacrawler leverde een oncologie-tijdschrift op, dat juist een special issue had over oogtumoren. Meteen even aan mijn papa doorgemaild. En nog verder zoeken leverde iets nog veel interessanters op: het tijdschrift Neurosurgery op internet, editor: prof. Apuzzo van USC! Mijn klomp brak volledig, op afstand, direct en in tegenspraak met elke relativiteitstheorie. Ik liep nog even naar prof. Takahashi, maar die begreep er ook niet veel van. Nou, dan maar naar de lezing toe, dan spreek ik hem daarna wel. Die lezing begon bijna een uur te laat, omdat de beide professoren nog met elkaar aan het spreken waren. Prof. Apuzzo begon met zijn gastheren de hemel in te prijzen. Daarna vertelde hij wat over zijn tijdschrift, vooral over hoe het systeem van peer review werkt en wie er allemaal aan werken. Daarna vertelde hij dat hij er trots op was dat er veel advertenties in stonden, want dat betekent dat de industrie het tijdschrift ook belangrijk vindt. En met dat geld konden ze nu wat leuks doen: per 1 januari '99 kunnen abonnee's van Neurosurgery alle artikelen via Internet lezen... Ik had dus gelijk, dat was in ieder geval niet wat prof. Apuzzo van mij verwachtte. Verder was de lezing interessant, het ging over de parallellen in de ontwikkeling van nautische navigatie aan de ene kant en navigatiesystemen binnen de schedel aan de andere kant. Na afloop heb ik nog kort met de professor gesproken. Hij wist helemaal niet wie ik was, dacht dat ik ook een neurochirurg (in opleiding) was. Hij had wel gehoord dat ik Nederlander was, in zijn praatje haalde hij ook continu Japan en af en toe Nederland aan. Maar hij had dus helemaal nergens om gevraagd, het was denk ik begonnen met "Neurosurgery gaat op internet, leuk voor Medical Informatics" en ge-eindigd met "Pascal-san, wil je prof. Apuzzo helpen met het maken van een homepage"!
's Middags hadden we
bij Civiele Techniek opnieuwe een vergadering, alweer na vrijdag. Deze
was geplant omdat Russell Thompson eigenlijk morgen weer terug naar Australië
zou gaan. Alleen had hij ondertussen zijn verblijf al tot zaterdag verlengt.
Iedereen deelden weer zijn stukken uit en we begonnen met Russell zijn
vragen. Dit ging vooral over een blad waarop het het STSPTW had geprobeerd
te formuleren. Dit staat voor Statistical Travellers Salesman Problem with
Time Windows. Hij wilde dat we er goed naar zouden kijken en de formuleren
van hier en Australië hetzelfde te maken, zodat plaatsen van een artikel
in de toekomst mogelijk is. Daarop ontstonden nog al wat problemen. De
jongen die met statistisch onderzoek naar de bestaande modellen bezig is,
had dus een iets andere formulering gebruikt. Maar aangezien deze jongen
geen een woord Engels spreekt, moest alles via Taniguchi vertaald worden.
Het was ook niet helemaal duidelijk wat de jongen nou gedaan had. Hij had
geen formulering opgesteld, maar gewoon wat geprogrameerd. Hem werd uiteindelijk
opgedragen, zich een uur terug te trekken en de formulering op te stellen.
In de tussentijd bespraken we kort mijn figuur, maar het was geloof ik
nog steeds niet duidelijk. We gingen nog wat verder in op de formulering
en op wat het meisje had geschreven. Daarna werd ineens besloten dat het
onderzoek moet worden veranderd. Er is een nieuw netwerk nodig om de modellen
op te testen. Dit werd zomaar even verzonnen. Dus zoveel vrachtwagentjes,
bedrijven enzovoort, even uit de duim! Ook werd inplaats van een netwerk
met nodes en links gekozen voor een twee dimensionale ruimte, dit zou makkelijker
te modelleren en programmeren zijn. In dit nieuwe netwerk wordt de afstand
gewoon gezien als de euclidische afstand tussen twee punten. Sorry maar
de realiteit is toch echt anders en was in het oorspronkelijk gebruikte
netwerk een stuk beter vertegenwoordig.
Na twee uur afwezigheid
kwam de jongen die zijn formulering moest aanpassen weer terug. Na drie
uur vergaderen was het toen even tijd voor een break. De studente vroeg
aan mij of ik iets wilde drinken, dus zei ik haal maar wat. Een kwartier
later kwam toen Russell binnen met een blikje voor mij. Hij wist niet zeker
of ze ook wat voor mij zou meenemen. Ik zei dat ze me dat wel gezegd had
en inderdaad kwam zij een minuutje later met een blikje voor mij. Toen
had ik er dus twee! Vervolgens gingen we nog een twee uur door op al die
formuleringen en was ik het na 5 uur echt goed zat. Zeker omdat nog steeds
meer dan de helft in het Japans geschiet en ik het gevoel had echt mijn
middag hier te voldoen. Aan het eind van de vergadering, toen ik dus zelf
nog steeds geen duidelijkheid over mijn werk had, heb ik maar gevraagd
of ik morgen niet even langs kon komen. Dat was goed en Taniguchi en ik
maakte een afspraak.
Tijdens de vergadering
had ik al twee maal gevoeld dat er een boodschapje op mijn telefoon binnenkwam.
Ik dacht dus, dat Jan-Pascal al wel weg zou zijn. Maar na het terug sturen
van een bericht konden we toch samen terug fietsen.
's Avonds heeft Ellen geprobeerd naar huis te bellen om te vertellen over de problemen rond het afstuderen. Maar ja, mama was er dus niet. Toen heb ik maar naar papa op zijn werk gebeld. Åsa nam de telefoon op en toen ik mijn naam had gezegd heel verbaast: 'Oh my goodness are you calling from Japan?'. Ze was echt bijna van haar stoel gevallen, maar ze zou papa laten terug bellen, die aan het lunchen was. Grappig ik had net mijn avondeten achter de kiezen. We spraken nog over de problemen en hoe ik het de volgende dag moest gaan aanpakken. Dat gaan we dan maar proberen. We hadden trouwens spagetti gegeten en voor 2 dagen gemaakt. Altans dat was de bedoeling maar de hoeveelheid spagetti was zo groot dat we uiteindelijk 5 porties ipv 4 hadden. Jan-Pascal en ik speelde nog monopoly, maar het potje kon niet worden afgemaakt.
's Ochtends was er weer een onderzoekspresentatie. Weer om negen uur. Toen ik iets voor negenen de presentatiezaal binnenkwam, stond er alleen een tas. Even later bleek die van Imai-san te zijn, degene voor wie deze meetings nu zo vroeg zijn. Ik vroeg haar of de anderen nog sliepen en dat vond ze zeer waarschijnlijk, dat deed ze zelf ook nog. Iets na negenen kwam de prof binnen, maar nog steeds geen spoor van degene die zou presenteren. Uiteindelijk kwam die toch, iedereeen was er zo ongeveer wel. Zelfs Arwa, die had aangekondigd dat ze niet wist dat het weer om negen uur zou zijn, was er. Vandaag zou namelijk de Ph.D. student presenteren, die nog niets had gepubliceerd, van wie niemand wist was hij aan het doen was, maar die wel vorige maand plotseling had gezegd dat hij in december zijn proefschrift zou inleveren! Terwijl je voor een promotie in Japan minstens drie artikelen moet hebben gepubliceerd, waarvan één in een internationaal tijdschrift. Dit in aanmerking genomen, viel de presentatie wat tegen. Hij had een paper voorbereid voor een (Japanse) conferentie volgende maand. Het ging over de user interface van een systeem om recepten in te voeren. Is het nu het beste om alles in één window te doen, per medicijn een apart window te gebruiken, of zelfs nog meer windows? Hij liet de mensen die het systeem gebruikten, reeksen getallen onthouden om aan het aantal dat ze konden onthouden te zien hoe groot de mentale belasting van het invoersysteem is. Volgens mij ging hij verder niet zo diep, kwamen er geen algemene conclusies en heb je hier eigenlijk niets aan. Toch werd hij niet de grond ingeboord, moest hij alleen hier en daar wat aanpassen. Vreemd. Wat wel leuk is, is dat één van zijn begeleiders (prof. Minato) een oud-professor van Medical Informatics is, zijn naam had ik al eerder gehoord. Wat ik niet wist, is dat hij nu bij Information Systems Technology van het NAIST (Nara Institute of Science and Technology) zit! Dat bleek uit de auteurslijst van het artikel. Ik ben meteen begonnen met een brief voor deze man. De rest van de dag niets bijzonders te melden.
Na de lunch bereidde
Ellen zich dus verder voor en wachtte op Jan-Pascal. Toen hij er was bespraken
we alles even. We gingen vervolgens dus naar de kamer van Taniguchi. Ik
stelde Jan-Pascal even voor en vertelde waarom hij mee was gekomen. Hij
vertelde nog even waar hij nu studeerde. Daarna vroeg ik volgens mijn opgeschreven
lijstje hoe het nu met alle modellen zat, waarin deze geschreven waren
en ook wat voor model hij gebruikte voor al die uitkomsten, die in de verschillende
teksten staan. Ik heb ze nu dus nog steeds niet gezien, maar heb nu wel
ongeveer een idee wat er nu is. Daarna spraken we over de informatie die
ik nodig had, zoals de enquête gegevens die hij heeft. Deze zijn
dus alleen Japans. Ook legde ik nog maals uit waarom je nu interviews moet
doen. Hij begon natuurlijk weer over programmeren en dat ik het model maar
even in Delphi moest omzetten. Toen is Jan-Pascal maar gaan benadrukken
dat ik niet hier ben om een model in een andere programmeertaal te schrijven
en dat ik daar niet op kan afstuderen. Uiteindelijk na anderhalf uur was
het geloof ik wel duidelijk en zo hij er niet meer zo de nadruk op leggen
dat ik moest programmeren. Ik zou eerst die interviews doen. In mijn voorbereiding
had ik ook een lijst van mogelijkheden gemaakt. Dit legde ik vervolgens
stuk voor stuk voor. Sommige waren niet interessant voor mij, niet academisch.
Ach ik ga maar niet nog proberen uit te leggen, dat als ik naar een real-world
probleem ga kijken ik niet alleen met academisch denkende mensen wil praten
maar ook het gevoel van de gewone man in de business wil kunnen 'voelen'/zien.
Dat gaat dus kendelijk niet. Helaas want dat zou mijn uiteindelijke stuk
zeer ten goede kunnen komen denk ik, maar ik wil niet het onmogelijke van
de mensen hier vragen. Hij wees me ook nog allerlei tijdschriften en de
bibliotheek van Civiele Techniek, die dus op de zelfde verdieping bleek
te zijn. Hierin waren ook nog een heleboel tijdschriften. Wel allemaal
amerikaans, maar Japanse tijdschriften in het Engels bestaan kendelijk
niet op dit vakgebied. Wel vervelend omdat ik voor de Japanse ideeen kom,
maar ook daar moet ik me dan maar bij neerleggen.
Ik nam nog wat tijdschriften
mee en Jan-Pascal ging weer terug naar Medische informatica. De middag
was al bijna weer voorbij, maar ik hield me nog wat met de tijdschiften
bezig om er morgen nog meer in te kunnen kijken.
's Avonds warmde we de spagetti van de vorige dag op en hielden als verwacht nog een hele portie over. Deze hebben we dan ook in de diepvries gestopt. Ook haalde Jan-Pascal even snel Japans bier voorbij het eten. We vonden dat we dat wel verdiend hadden. Hij kwam terug met twee flessen van 633 ml van het merk Kirinichiban. Bij het eten maakten we er dus een soldaat. En het was enorm lekker bier. Goed merk dus om te onthouden.
's Ochtends maakte Jan-Pascal eerst zijn brief voor prof. Minato af. Vervolgens vroeg hij Arwa of hij prof. Minato van NAIST een brief kon sturen. Ja hoor, stuur hem maar een e-mail, zei ze. Zo gezegd, zo gedaan en mijn zorgvuldig opgestelde brief werd een e-mail en ging op weg.
Toen ik aan kwam fietsen bleek Jan-Pascal me bij het hek te staan opwachten, hij was bang dat ik het binnen anders niet kon vinden. Binnen zag ik Arwa aankomen. Omdat Jan-Pascal even niet naast mij stond herkende ze me niet. We moesten om tien voor twaalf bij de secretaresse komen, maar omdat zij er niet was, liep Jan-Pascal maar even naar de Professor toe. Deze ging vervolgens nog even weg om terug te komen met de mededeling dat Arwa ook mee zou gaan. (Dat had Ellen eigenlijk ook wel verwacht). We liepen naar een restaurant dat bij het Guesthouse hoort, waar Ellen maandag is geweest. Buiten stond net als toen een vrouwtje met dozen. Wat bleek, deze vrouw verkoop de lunchboxen die je binnen ook kunt kopen, maar dan op straat. We kregen menu's, maar Jan-Pascal zei dat we met Professor Takahasi zouden meedoen en dat deed Arwa ook. Hij bestelde dus iets in het Japans, wat bleek 4 lunchboxen te zijn. Na 5 minuten kwam de ober terug om zich te exuseren dat er maar 2 boxen waren. Arwa besloot daarop het kleinste lunchmenu te nemen en Ellen deed hetzelfde. We spraken wat over verschillen tussen het Nederlandse en Japanse studie systeem en over het feit dat Jan-Pascal nog de opendag van ATR (waar de man van Arwa werkt) wil bezoeken. Het eten van Ellen en Arwa kwam het eerst. Dit bestond uit een stuk zalm met saus en champignons. Verder een bordje met salade en een broodje. De zalm was echt verrukkelijk. Toe kregen we nog thee. Jan-Pascal en Professor Takahasi kregen hun lunchboxen. Dit zag er erg lux uit en Jan-Pascal copieerde de handelingen van de Professor. Eerst de soja saus open maken. Het was volgens Jan-Pascal erg lekker, ook een vis waar bleek een boel graadjes in te zitten. Alleen één stuk rauwe vis had eigenlijk niet zoveel smaak. Ook hadden ze nog soep en net als Ellen en Arwa thee. Uiteraard kregen we weer steeds water bijgevuld. Het weer was tijdens de lunch trouwens weer schitterend geworden.
In de middag ging Ellen verder met het zoeken van de tijdschriften op internet en het lezen van de artikelen in de tijdschiften die ze al had meegenomen.
's Middags is Jan-Pascal onder andere bezig geweest om een eenvoudig video-conferencing systeem op te zetten. Medical Informatics heeft een aantal SGI Indy workstations staan, vrij oude beestjes maar met zeer snelle videohardware en een camera en microfoon! Vandaag zo'n ding naar mijn werkplek versleept en een account aangemaakt. Als je als root inlogt, krijg je alle menu's in het Japans, gelukkig gebeurt dan met mijn nieuwe account niet. Er was een CD met CU-SeeMe en Reflector van White Pine software aanwezig en daarmee probeerde ik het één en ander op te zetten, wat nog niet helemaal lukte.
Na het werk gingen we langs de coop om paraplu's te kopen en nog mappen om de papieren in op te bergen. Jan-Pascal kocht ook nog een muismat. Voor Ellen een blauwe paraplu en voor Jan-Pascal een van de universiteit. Op weg naar huis gingen we meteen maar langs de 7-eleven om de elektriciteitsrekening te betalen. Eigenlijk is dit wel erg handig want dan hoef je niet tussen 9 en 5 naar een bank. En ook niet voor 6 maanden allerlei ingewikkelde Japanse formulieren in te vullen om het van je rekening te laten afschrijven en dan ook weer na die 6 maanden om die afschrijving te laten ophouden. We maakte als avondeten, kleine kippepootjes met kool en rijst. Als hoewel de rijst was alleen opwarmen omdat we nog een portie in de vriezer hadden, erg handig! Bij het bekijken van de paraplu's bleek die van Ellen stuk te zijn. Tjeetje, hoe gaan we dat nou weer uitleggen. Gelukkig hadden we wel een bonnetje.
Weer de plu van Ellen meenemen en op naar de universiteitswinkel, maar helaas deze was nog niet geopend. Dan moesten we het maar tijdens de lunch proberen. 's Morgens ging Ellen na zich te hebben geïnstalleerd een kijkje nemen in de bibliotheek van Civiele Techniek. De tijdschiften staan in een aparte ruimte achter de balie. Daar mag je gewoon heen. De eerste stellages bevatten de nieuwste nummers. Hier ben ik eerst tussen gaan snuffelen om te kijken wat eventueel interessant kan zijn. Dan kun je doorlopen naar een tweede ruimte. Hierin staan hele hoge etalagekasten, met alle jaargangen van de tijdschriften. Het was erg ingewikkeld zoeken, maar gelukkig staan op de zijkant van de kasten ook de engelse namen in romaanse letters. Ik zag wat interessante tijdschriften. Van één serie was er iets heel handigs ze hadden een indexboek van per jaar gang. Daar kun je trefwoorden in opzoeken en dan staan er de gepubliseerde artikelen over dat trefwoord bij. Ook staat erbij in welk tijdschrift van de serie en welk nummer het gepuliseerd is. Hier was ik wel de ochtend mee zoet. Om kwart over twaalf kreeg ik wel trek en besloot dus één tijdschift mee te nemen om even uit te testen hoe dat zou gaan. Ik moest mijn naam, de naam van het tijdschrift, uitgifte en mijn telefoonnummer opschrijven. Ik zei dus dat ik geen telefoonnummer hier had, daarop moest ik de naam van mijn docent opschrijven. Opvallend was wel weer dat ook deze vrouw een klein woordje engels sprak. Beter dan sommige studenten. Ik weet niet wat voor opleiding ze hier voor bibliothecaressen hebben, maar het is in ieder geval een goede!
Bij de winkel gingen we vervolgens wat melk halen en de plu proberen te wisselen. Eerst wilde de vrouw deze opnieuw afrekenen, maar uiteindelijk begreep ze wat we bedoelde. We moesten daarvoor naar de service balie. Prima.
Op de universiteit had Jan-Pascal antwoord gekregen van prof. Minato. Hij moest maandagmiddag toch op MedInfo zijn, of ik hem om 5 uur kon ontmoeten? Dan gingen we een biertje drinken of zoiets. Ik heb teruggemaild dat ik het prima vind, al hoop ik wel dat het ook nog mogelijk is om te weten te komen waar ik hier voor ben. Anders ga ik nog wel een keer naar Nara (is hier niet zo ver vandaan).
's Middags las Ellen
wat in het tijdschift en probeerde ook nog de tijdschiften die ze gezien
had in de bibliotheek op internet te vinden. En jawel dat lukte. Vele hadden
ook indexen. Zo zoekt het wel makkelijker dan als je ieder tijdschift stuk
voor stuk moet gaan pakken. Helaas zijn de indexen op internet veelal alleen
de laatste twee jaar, alhoewel met sommige uitzonderingen die indexen tot
in 1995 hebben. Om vier uur zouden we weer gaan vergaderen over de formulering
van het STSPTW (zie dinsdag). Maar om vier uur waren kendelijk de andere
nog niet klaar, want pas om half 5 riep één van de docenten
dat we moesten gaan. Bij binnenkomst zei Taniguchi dat we maar tot half
7 hadden, omdat ze dan naar het restaurant voor het dinner moesten. Prima
dacht ik, wordt het gelukkig niet heel laat. We spraken wederom over de
formulering, maar dit keer had kendelijk niemand aanmerkingen. De jongen
die het iets anders had gedaan, moet nu van Taniguchi zijn volledige werk
hieraan aanpassen. Dat vind ik wel sneu voor hem. Hij heeft van de week
een hele nacht zitten doorwerken om hieraan te werken. Ik kwam hem namelijk
donderdag ochtend slapend in zijn stoel tegen. Ook is hij (mr Tamagawa)
en de studente (miss Takauchi) heel driftig bezig omdat ze dinsdag een
presentatie moeten geven. Inmiddels heb ik een mail gekregen dat ik op
17 november de pineut ben. Ik heb geen idee wat ze willen horen, maar ik
geeft wel een overzicht van wat ik tot dan toe heb gedaan. Moet het alleen
wel beter lukken informatie te vinden, want ook vandaag heb ik helemaal
niets kunnen vinden.
We discusseerden nog
wat over het werk van hen beide en toen moest de vergadering om kwart over
6 in verband met hun dinner worden gesloten. Ik wilde Russell nog gedag
zeggen, omdat hij morgen terug gaat naar Australië. Hij komt in december
weer. Ik zie daar al naar uit, dan kan ik weer goed Engels converseren
met iemand. Maar toen bleek dat dat dinner dus voor ons allemaal was, dus
de studenten, ik, meneer Taniguchi, meneer Yamabada (is van Kansai university
en ook altijd op de vergaderingen) en Russell. Ik zei dus dat ik dat niet
wist, maar dan even moest bellen. Jan-Pascal zou eten koken, omdat ik niet
wist hoe laat ik zou zijn. Ze dachten even dat ik niet kon, maar ik zei
dat dat geen probleem was. Ik belde Jan-Pascal dus even in het international
house. Hij was pas net terug en nog niet begonnen. Natuurlijk was het niet
erg en hij zou wel de spagetti eten waarvan we nog één schotel
hadden in de vrieser.
Daarna ging hij nog even verder met het opzetten van de videoconferencing-apparatuur. Hij heeft nu op de Indy een reflector draaien en Network Video, om video te sturen naar en ontvangen van de reflector. Geluid moet nog komen. Verder kan hij vanaf zijn eigen PC CU-SeeMe draaien en dan de video-beelden van de Indy bekijken. Zwart-wit, klein beeldje en nogal schokkerig, maar het werkt. De rest van de dag niet zoveel bijzonders te melden.
Nadat
Ellen haar spullen bij elkaar had gepakt vroeg ze aan miss Takauchi waar
we naar toe gingen en of ik mijn tas maar moest meenemen. Ze wist het niet
echt. We moesten nog even wachten tot meneer Taniguchi weg kon, zei ze.
Ik wachte dus maar af. Even later werden we inderdaad geroepen. Ik nam
mijn tas maar mee. Buiten vroeg ik of ik mijn fiets kon meenemen, waarop
men dacht dat ik er helemaal naar toe ging fietsen. We bleken dus bij het
station te gaan eten. En ietsje later bleek me dat we met de taxi gingen.
Taniguchi, Russell en de andere man stapten in de eerste. Ze wenkten dat
nog iemand moest komen. Dus ik zei, gaan jullie maar. Maar nee, ik moest
kendelijk met hen mee. In de taxi ging men zich ineens afvragen of de studenten
wel wisten waar naar toe, maar dat was dus geen probleem. Het was supper
druk en duurde erg lang voordat we er waren. Bij het station moesten we
ook nog enorm lang wachten op de studenten. We bleken uiteindelijk niet
bij het station maar in een restaurant gesitueerd in het station te gaan
eten en wel bij een italiaan (!) op de zevende verdieping. Jammer, dacht
ik heb ik de kans om Japans te eten gaan we naar een italiaan. Russell
vertelde me dat Taniguchi echt gek is van italiaans, vandaar dus. Er werd
van alles besteld, maar wat wist ik niet, want de kaart was alleen in het
Japans.
Ook had men gezorgd
voor een fototoestel en werd er op los gefotografeerd. Ik ben erg benieuwd
wat dat allemaal geworden is. Na de wijn begonnen de eerste schalen met
eten naar de tafel te komen. Echt niet normaal. Een pizza, een schaal met
salade met vis erdoor, gebakken aardappeltjes (op zijn amerikaans met schil)
twee spagetti schotels (een met witte en een met rode saus), twee spiezen
met vlees en paprika en een vleesschotel. De wijn en ook het bier zat in
grote stenen bekers, niet echt italiaans dus. Iedereen kreeg een klein
bordje, ter grote van een gebaksbordje en bestek. Er waren trouwens maar
twee messen in de bak bij mij. Maar die kregen Russell en ik, omdat wij
daarmee bekend zijn of zo. Bij de pizza zat een grote pizza snijder. Het
bleek dus de bedoeling dat je van alles een beetje pakje. Of eigenlijk
twee kleine hapjes, je bord is dan vol, en daarna weer wat. Het was allemaal
bijzonder smakelijk en in een razend tempo, toen ik eigenlijk met mijn
langzame tempo nog maar weinig had gegeten, op. Maar het bleek nog maar
het begin, want de tafel werd opnieuw volgebouwd, met risotto twee schotels,
waarvan een met vis. Mossellen, met een heel lekker gepanneerd topje, nog
een pizza en nog een vleesschotel. Eten genoeg dus. Daarna kregen we trouwens
pas het water, dat je bij andere tenten de gehele tijd krijgt. Toen het
eten op was bleven we wel nog zitten om informeel te babellen. Het was
erg gezellig, al hoewel de studenten dus Japans onderling spraken en de
rest Engels.
Ondertussen was ik
nog even naar de wc geweest. In de ruimte van de dames wc's waren twee
deuren, een met daarop Japanese style en een met Western style. Japanese
zal ik even uitleggen, voor wie dat niet kent. Het lijkt een beetje op
zo'n frans toilet waarbij je moet staan. Alleen is het nu zo dat er een
soort bak op de grond is gemaakt en dan moet je precies andersom gaan staan,
dan je denkt. Dus met je gezicht naar de trekker toe. Deze wc hebben ze
trouwens op de universiteit ook. Ik koos toch maar de gewone, maar die
bleek ook niet helemaal gewoon... er zaten allerlei rare knoppen aan de
zijkant en een doortrekker was onvindbaar. Gelukkig ging het ding snel
genoeg zelf doortrekken voordat ik alle knoppen ging proberen. Bleek het
dus een soort Schiphol wc te zijn die zichzelf doortrekt.
Vanuit het restaurant
was trouwens een prachtig uitzicht over de stad. Het station ligt in het
zuiden en dit restaurant was aan de noordzijde. Je zag aan beide kanten
de bergen, waartussen Kyoto is gelegen en ook allerlei lampjes omdat het
allang donker was.
Taniguchi en ook Yamabada
gingen vanuit het station terug naar huis met de trein. Na een heleboel
buigingen en gegroet voor Russell die dus morgen terug naar huis gaat.
Eigenlijk tegen zijn zin. Maar eind november begin december verwachten
we hem weer terug. Van de studenten ging er een rechtstreeks naar huis.
De andere twee, Russell en ik gingen terug naar het gebied van de universiteit.
We gingen met de bus, want dat is natuurlijk een stuk goedkoper. In de
bus zat ik naast Takauchi en Russell vroeg nog waar ze zo goed Engels had
leren spreken. Op school dus, maar zei spreekt echt als enige van de studenten
een beetje Engels. Ze gaat wel ondertussen steeds meer durven zeggen. Ze
vroeg aan mij nog een aantal woorden hoe dat in het Nederlands was. Inmiddels
was het hard gaan regenen en was ik blij dat ik een paraplu had omdat ik
die die middag had geruild. Nu kon ik gelukkig in de stromende regen me
wat proberen te beschermen op de fiets. Tot mijn grote verbazing gingen
Takauchi en ook Tamagawa nog terug naar de universiteit om verder te werken.
Het was al half elf! en vrijdagavond! Takauchi komt oorspronkelijk trouwens
uit Osaka en woont hier in een soort studentenkamer, maar wat dat is weet
ik niet.
Eindelijk aangekomen bij het international house lag Jan-Pascal al in bed... Hij had deze avond het volgende gedaan:
Ellen had een werkbespreking die om vier uur begon en die wel lang zou duren, dus Jan-Pascal ging alleen naar huis. Bij de winkels in de buurt van het international house deed hij nog wat boodschappen voor vanavond. Toe hij net binnen was ging de telefoon: Ellen had net gehoord dat ze vanavond uit eten zouden gaan, met Taniguchi, Russel en de studenten van City Logistics. Of ik het erg vond om alleen te eten? Nee hoor, ik kan prima koken met de magnetron en met ingevroren spaghetti! (zonder ook wel een beetje, trouwens. toch?) Na de afwas heb ik lekker oude Commodore 64 spelletjes onder Linux gespeeld (Blue Max, Mission Impossible, Blagger, Fort Apocalypse, Paperboy)... Gaat allemaal prima, met geluid en alles. Daarna lekker een boek gepakt en net toen ik dacht, ik ga eens slapen, belde Ellen weer.. Of ik de deur open wilde toen. Ik deed de deur van het slot en toen stapte ze direct binnen!
Na een uurtje of 3 in
de bibliotheek te hebben doorgebracht was het wel tijd voor wat ontspanning.
We reden langs de Coop (universiteitswinkel) voor wat drinken, maar deze
was gesloten. Ook het gedeelte waar de blikjesautomaten staan. Maar geen
getreur, die automaten staan op elke hoek van de straat dus zal wel geen
probleem zijn. En inderdaad op de eerste hoek na de universiteit stonden
3 automaten. We hadden de achteruitgang genomen, omdat aan het einde van
die weg een rode poort (torii) staat, die al een tijdje onze nieuwsgierigheid
prikkelden. Hierachter was dus een Shinto complex denken we. Volgens de
kaart, die we thuis bekeken is dit Yoshida Shrine en inderdaad en
Shinto complex. Allereerst moesten we tegen enorme weg omhoog fietsen om
er te komen. We parkeerden onze fietsen en gingen verder lopen. We zijn
wel langs 5 of 6 sup gebouwtjes gekomen. We zagen nog een offerplaats met
sake en ook een speelgoedveld in het midden, waarop een man ochtend gymnastiek
aan het doen was. Het hele complex lag in een zeer heuvelachtig gebied,
waardoor je enorme hoogte verschillen moest overbruggen. Het was enorm
stil, op wat mensen die honden uitlieten na. Echt raar als je in dit bos
stond en alleen maar natuur en tempelgebouwtjes zag, dat je wel steeds
de stad hoorden. Na wat te hebben rond gelopen, gefotografeerd en gefilmd,
zijn we weer op de fiets gestapt. We wilden via een andere route naar huis
om te kijken of we nog een boekwinkel konden vinden met Engelstalige boeken.
Zat namelijk volgens de kaart aan de kant van Kyoto waar wij nu waren.
Maar die kaart hadden we dus vandaag niet bij ons. We kwamen lang heleboel
dingen en ook boekwinkels maar geen buitenlandse boeken. Ook zagen we in
dit gebied, helemaal niet zover van ons vandaag met fiets of bus nog heel
wat leuke restaurantjes. Prijs bekijken moet natuurlijk nog wel even. Toen
zagen we opeens wel een winkel, waar boven stond, import books. We zijn
nog even binnen gaan kijken en het was best grappig allemaal. Met de kaart
erbij thuis bleek het toch niet correct.
Vervolgens zijn we
nog gaan pinnen bij de bank naast het International house met Ellens Japanse
pasje. We hebben namelijk gisteren ook een rekening van de huur gekregen
en water en telefoon, die maandag betaald dient te zijn. Wel bij het office
natuurlijk dat alleen tijdens werktijden open is. Er kwam weer allemaal
rare japanse verhaal uit de machine, maar geen geld. Na twee pogingen,
zijn we dan ook maar weer weggegaan. Een beetje balend, maar toen erg lachend
om een meisje dat stond van 'shit' net die mensen gemist die eruit kwam
om naar binnen te kunnen om te pinnen. En vervolgens zei ze rood aangelopen
omdat wij natuurlijk haar hele engelse conversatie hadden begrepen, dat
ze geld wilde halen. Daarop ging bij schoot bij ons te binnen, dat het
zo zou kunnen zijn, dat het cashgedeelte om 6 uur automatisch werd gesloten.
Wij waren namelijk ongeveer twee minuten voor 6 naar binnen. Dat zou ook
kunnen verklaren waarom we geen geld hadden gekregen. Nu ging de deur ook
niet meer open als je ervoor stond. Morgen dus maar weer proberen. En zei
zou het ook morgen weer proberen.
Voor avondeten maakten we spagetti met witte saus met ham en champignons en mais. We maakten veel saus om nog voor een andere keer te hebben. Bij het openmaken van de saus weer eens een verrassing. Het was geen poeder of zo, maar gewoon saus, met de ham, champignons en mais eral in. Kendelijk voor een persoon. Mij maakte toch maar gebruik van het vocht en het was erg lekker.
Om kwart over 6 ben in maar aan het eten begonnen. Ik had wel trek en dacht Jan-Pascal kan het toch opwarmen in de magnetron. Toen ik om 7 uur klaar was en ging eten dacht ik, misschien heeft hij straks al gegeten, maar toen ook van: nee hij zal me dan toch wel even bellen!
Jan-Pascal beleefde deze dag ook niet zo veel bijzonders, totdat iets na vijven inderdaad prof. Minato binnen kwam. Hij was jonger dan ik dacht (in ieder geval niet grijs) en gaf me wat informatie over het Nara Institute of Science and Technology (NAIST) waar hij bij werkt. Best interessant wat ze daar doen, ik ga dan ook zeker nog een keer daar langs. Hij vroeg aan Arwa of zij ook mee ging en toen ze wat tegensputterde (dat hoor je geloof ik te doen als je wordt uitgenodigd) vroeg hij of ze misschien voor Harry en Hani terug wilde, maar Arwa gaf al toe en ging mee. Hij vroeg waar ik zin in had, pizza en bier of noedels en bier (ik dacht dat we alleen een biertje zouden gaan drinken, blijkbaar was het al eten geworden) en ik liet weten dat ik dat aan hem overliet. We liepen het ziekenhuis uit, een paar straten door en kwamen bij een restaurant uit. Voor de deur hing een soort doek waar je onderdoor/doorheen moest stappen. We kwamen eerst in een mooie tuin. Daarachter lag het restaurant zelf. We kozen voor de Japanse stijl-kamer en moesten dus onze schoenen uit. Helaas had ik niet mijn beste sokken aan... In de restaurantzaal namen we plaats aan een laag tafeltje. Ik probeerde eerst om netjes op mijn knieën te zitten, maar na een tijdje nam ik toch maar kleermakerszit aan. Prof. Minato deed dat al meteen. Op het tafeltje stond een vrij ruwe gasbrander. Daarop werd een stenen pan gezet met bouillon erin. Een serveerster kwam met een schaal met vlees, groenten, tofu, een paar grote garnelen en nog wat dingetjes. Het meeste werd in de pan gedaan, op wat kool na (dat paste niet meer). Het deksel ging op de pan, de brander ging hoog. Ondertussen kregen we bier (dat je altijd voor een ander in moet schenken) en wat stukjes sushi. Die waren alvast erg lekker. We hebben het een beetje over NAIST gehad, maar niet zo heel erg veel, want prof. Minato bleef zeggen dat hij eigenlijk nauwelijks iets deed. Ik kan wel bij hem in Nara langskomen. Prof. Minato vertelde over zijn huis, hij had een oud Japans huis, maar dat wordt nu gesloopt en er wordt een staal/beton huis voor in de plaats gezet. Verder ontbijt hij gewoon met toast en niet met rijst, misosoep, een rauw ei en een stukje vis. Dat doet trouwens nog maar een derde van de Japanners. Het eten was lekker ondertussen. Toen dit deel klaar was, kwam er nog een schaal met twee soorten noedels, noba, van boekweitmeel, en een ander soort, van tarwe. Die gingen om de beurt ook in de pan om op te warmen. Best lekker, alleen wel een beetje een vreemde volgorde. Ik kwam nog te weten dat er een rel in geweest om de naam Nara institute of.... Eigenlijk wilden de mensen niet dat de naam Nara er in kwam, omdat het wel een oude stad is, maar toch gezien wordt als platteland. Maar de overheid gaf alleen subsidie voor een Nara-instituut, dus is het dat toch geworden. Na een afsluitend kopje thee gingen we opstappen. Vooral het opstaan kostte wel wat moeite! We liepen terug naar het ziekenhuis en daar splitsten onze wegen. Ik ging mijn spullen ophalen op de kamer, Ellen een telefoonberichtje sturen dat ik er aankwam en al gegeten had en toen op mijn fietsje naar haar.
Om 8 uur kwam Jan-Pascal terug en had inderdaad gegeten, maar Ellen niet gebeld. Ach weer wat geleerd voor de volgende keer, niet. Ellen had ondertussen wel de krant op internet gelezen en nog haar mail opgehaald.
Tegen half 10 vroeg ineens Cheng aan me of ik meeging naar de seminar. Dus ik reageerde daarop met waarom, dat is toch niet voor mij. Wel dus. Daarop vroeg ik, of alles Japans zou zijn, dat versta ik immers niet. Hij ging dus maar met de andere mee. Er bleven twee zwetende studenten achter in onze kamer. Ze moesten kendelijk hun presentatie nog eventjes afmaken! En van één leek het zelfs of deze zijn tekst nog moest schrijven. Om 10 uur vroeg er weer één van hem of ik meeging, waarop ik nog maar eens zei dat ik geen Japans verstond. Ik weet niet echt of ze nu teleurgesteld zijn, maar ik vind het een beetje mijn tijd verdoen een hele dag Japans luisteren. Immers vorige week waren de meetings ook al zou uitgelopen dat ik me zit af te vragen een of andere afspraak te maken dat ik wel een keertje voor een uurtje langs kom of zo. Nadat het rumoer geweken was, omdat iedereen vertrokken was, kon ik wel lekker rustig aan de slag en ging het ook erg goed. Dus voelde ik me minder schuldig dat ik niet naar de presentaties ben gegaan. In de middag kwam Takauchi (de 22 jarige studenten nog naar me toe) met alle handouts van de presentaties. Allemaal in het Japans natuurlijk. Iemand had gegrapt, zei ze dat ik het als studie materiaal voor het Japans kan gebruiken. Ik weet niet wat ik met al die Japanse teksten moet die ik hier steeds maar krijg, maar goed, ik heb het maar in mijn laadje gestopt.
Jan-Pascal vandaag, niet veel bijzonders...
Met enige moeite was Jan-Pascal er in geslaagd om een compleet systeem op te bouwen. Met een SGI Indy workstation van Medical Informatics met daarop aangesloten een camera (die hoort er standaard bij) en met CU-SeeMe (spreek uit op z'n Engels) en Ellen's microfoon op mijn laptop moest ik volgens mij een heel end komen. Ik kon in ieder geval op mijn laptop de beelden van de camera bekijken, dat zou Rudi dus ook moeten kunnen. Rudi had beloofd om kwart over negen in de Delftse ochtend op TB te zijn en dus zat had ik ruim tevoren (kwart voor vijf in de Kyotose middag) alles opgesteld, met de camera op een grote kartonnen doos op mijn hoofd gericht en een grote lamp om mijn gezicht te verlichten. En ja hoor, iets te vroeg zelfs kwam Rudi zich melden. We zijn wat tijd kwijtgeweest aan het zoeken van de juiste instellingen (dat had ik geen beeld, dan had Rudi weer geen geluid en ga zo maar verder) maar uiteindelijk werkte het redelijk, soms wat vertraging en zo maar wat verwacht je ook over zo'n afstand. Omdat dit allemaal wat ingewikkeld was, mag ik op kosten van TB nu een camera aanschaffen die direct aan mijn notebook kan. Misschien nog een leuk idee van de thuisblijvers in Oegstgeest en Leiderdorp! We zullen wel eerst proberen of we vanaf ons appartment met TB een redelijke verbinding kunnen maken, als dat kan dan moet het ook met jullie lukken. Verder kwamen Jan-Pascal's collega's Joyce en Jolien nog even in beeld. Helaas was Ellen's begeleider Ron van Duin niet in het gebouw, anders had ze die ook nog even kunnen spreken! Met al dit gedoe schoot de tijd hard op. We hebben ook nog even inhoudelijk kunnen praten, maar onze magen begonnen uit te zien naar avondeten dus kondigden we aan dat we op gingen stappen. Op dat moment konden wij in Kyoto geen geluid doorgeven, alleen beeld, zodat ik typte terwijl Rudi door de microfoon sprak. Hij vroeg wat we gingen eten, sushi of sukiyaki en ik tikte er meteen achteraan: pizza!
Oké om kwart voor acht gingen we dus eindelijk op naar onze Pizza's bij het bedrijfje Pizza Californië. We kwamen op de fiets ook even langs Domino's Pizza, jawel precies dezelfde lay out als in Nederland, zelfde kleuren alles. Maar het zag er nogal uit of je niet zomaar naar binnen kunt lopen. Pizza Californië is bovendien dichterbij ons huis, waardoor de pizza's minder koud worden. Bij deze zaak kun je zeker naar binnen gaan. Hadden we al eerder gezien omdat ze namelijk een bord (net als bij een snackbar) hebben met alles erop. Het was lekker rustig met pizza bestellingen en we werden ook meteen geholpen. Ze hadden de kaart zelfs in het Engels alhoewel we ons hebben afgevraagd of er op de andere kaarten niet meer pizza's stonden afgebeeld. Ze bleken 1, 2 en 4 persoons pizza's te verkopen, dus namen we er eentje voor ons tweetjes. Een pizza 'ratatouille'. Het werd klaar gemaakt en in de over gedaan. Hele grappige oven was dat, de bodem liep op rolletjes op een ingestelde snelheid, zodat de pizza precies goed aan de andere kant uit de oven kwam lopen. De pizzadoos (met pizza erin natuurlijk) werd in een speciale pizza tas gestopt. Lijkt een beetje op de plasticzakken van Multi vlaai (piep, reclame, sorry)... dus laag met twee handvaten. Buiten stonden ook de brommers voor het bezorgen. En als je nog denkt over pizza courier worden, dan kan ik je aanraden doe dat in Japan! Je krijgt een driewielerig ding met een dag en zelfs één ruitenwisser, dus niet nat worden. Het ding ziet er enorm groot uit, maar is toch echt een brommer. Achterop zit een enorme ding, met aluminiumfolie erin, waarin de pizza's warm moeten blijven. Wel net als in Nederland moet je een helm op. Alleen is er wel een groot kwaliteits verschil tussen de Nederlandse en Japanse helmen in voordeel van Nederland. De pizza smaakte prima. En als toetje een banaan. Gewone desserts zijn hier uiteraard onbetaalbaar. Fruit ook, met bananen als uitzondering. Nog wat monopoly gespeeld en lekker gaan slapen. Alhoewel, eerst moesten de bedden weer opgemaakt, het was immers woensdag dus lakens ruilen dag.
Jan-Pascal hoorde Patrick Kicken zeggen dat hij nu ging bellen. Op de radio hoorde je (namaak) een telefoon overgaan en toen ging de telefoon van de secretaresse (Ishimi-san) over! Ik stond al op en ze gebaarde dat het voor mij was... ja dat had ik al gedacht! Ik nam de telefoon op (moshi-moshi!) en had meteen Patrick aan de lijn. Die vroeg in het Engels of dit Jan-Pascal -san was. Gaaf! Hij wilde weten waarom ik in Japan zat, hoe het leven hier is. ik verteld dat er hier overal Macs zaten, maar helaas geen Burger King, dat er veel 24-uurswinkels zijn, dat de films netjes ondertiteld worden zodat wij het ook kunnen volgen. Verder heb ik verteld dat ik geen stofkapje op mijn mond heb, zoals hij over Japan had gezien, maar dat ik gewoon met mijn fietsje door de stad cross. Dat ik hier samen met mijn vriendin was, die hier afstudeert en dat ik voor mijn universiteit werk. Hij vertelde nog over het noodweer en de brandweermannen en toen heb ik verteld over de typhoons hier en dat het nu prachtig weer is. Dat ik hier naar Saving private Ryan was geweest, gewoon in het Engels. Dat hij wat Japanse films had gezien, maar dat die lui echt niet konden acteren. Of ik nog naar een japanse film was geweest, ik zei nee, dat ik dat ook maar niet moest doen want het was dus niks. Of ik nog Nederlanders ken die ik op RealAudio kan wijzen, nee dus. Of het niet moeilijk is als er niemand Engels spreekt, ik heb verteld dat de meesten wel een klein beetje Engels spreken maar niet zo durven. Of ik Japans sprak, nou, maar een klein beetje, tot ziens en bedankt en zo. Tot slot heb ik nog een plaatje aangevraagd maar dat heeft hij helemaal niet gedraaid! Ik zal nog een mailtje sturen om te vragen of hij dit gesprek nog wil digitaliseren en op internet zetten, dan kunnen wij en onze trouwe lezers het nog eens nahoren allemaal.
Maar je zal het weer niet geloven. Toen het gesprek net bezig was, viel de server bij Ellen weer uit. Nee, niet te geloven, baal, baal, baal! Het gebeurt toch niet iedere dag dat je in Japan bent en je eigen vriendje op de Nederlandse radio hoort! Met veel geklungel kwam ik weer terug bij de zender en gelukkig ze waren nog in gesprek. Wel werd het gesprek toen erg snel afgerond en dus had ik het hele tussenstuk over de brandweermannen die nu op zouden zijn gemist. In Nederland is op dit moment veel meer te melden dan in Japan. Er is namelijk overweldig veel water, en dus moeten brandweermannen 's nachts vanalles leegpompen. Deed me denken aan het tunneltje op Delft CS. Twee dagen voor ons vertrek ging ik met Nicole en Norman lunchen in Leiden, op de terugweg kon mijn trein door het wateroverlast niet in Delft CS stoppen, maar alleen Delft zuid. Vandaar moest ik toen dus weer terug. Ik werkte nog door aan de co-operatieve transport systemen en bezocht nog de bibliotheek, maar de informatie blijft zeer gering.
Voor de lunch gingen we naar de Coop, maar dit keer besloten we wat Japans te proberen. Het was dus koude rijst, met vlees (heel taai) en kool, waarover enorm veel rode pepers zaten. Met stokjes klungelen, maar het was wel lekker.
Na het werk hadden we afgesproken op zoek te gaan naar een kapper. Dat wordt wel tijd. Langs een wat andere route reden we dus naar huis, omdat Ellen daar eerder een aantal kappers had gezien. Kendelijk hoorde deze buurt minder bij het centrum want nu, om kwart over vijf was al een heleboel gesloten. We zagen wel een kapper, maar deze was enorm duur. We vroegen ons dan ook af of dit normaal was. We zagen wel nog een heel klein hokje waar een oud mannetje aan het knippen was, maar dat leek het ons toch ook niet helemaal. De rest van wat we eerder hadden gezien was al dicht. Wel zit er een kapper, met Paris in de naam, vlak bij het international house. We hebben daar nog nooit naar de prijzen gekeken, omdat de naam alleen al erg duur klinkt. Na het aanschouwen van de prijzen bij de andere kapper besloten we toch even een kijkje te nemen. Maar deze kapper was dus nog eens 30 gulden duurder. Toch maar die andere dan proberen. Morgen gaan we weer terug om een afspraak te maken.
Bij terugkomst in het international house bleek de nieuwe Visitor Guide Kyoto uit te zijn (voor november) dus namen we die maar mee. Hierin stond tot onze verbazing bij het International Community House een free hair cut day, helaas pas 17 november (dus nog bijna 3 weken) en ook nog eens de dag waarop Ellen moet presenteren. Dat kan dus allemaal niet. Hopelijk zien we het nog een andere keer. Op het mededelingen bord zagen we ook nog wat over het 'kyoto festival' daarvoor is zondag aanstaande een soort parade. Hadden we al in een andere folder gezien, maar het lijkt ons wel leuk om te kijken. Mensen gaan dan in traditionele kledij een tocht lopen. Dus zondag even het weer bekijken en dan zien we het wel weer.
Vandaag was het voor Ellen weer eens een meeting met de andere studenten en Taniguchi. Takauchi was niet aanwezig en omdat alleen Tamagawa één velletje tekst had, dacht ik eventje mooi dat is vandaag misschien snel gepiept. Maar helaas, niets was minder waar. Over dit ene velletje kan je ook rustig een uur in het Japans uit de voeten hoor. Na de discussie hierover, was de vraag ineens of ik nog teksten had. Ik zei dus, dat mijn volgende stuk nog niet af was. Daarop vroeg Taniguchi of ik dan nu eventjes kon uitleggen wat er in het stuk stond dat ik vorige week woensdag aan hem gegeven heeft. Naast gaatjes erin maken heeft hij er verder nog niets mee gedaan. Ik gaf dus een kort verslag samen met het bord over wat ik had gedaan en kreeg nog wat vragen. De angst bekruipt me wel een beetje dat ze nu denken, zo dat hoeven we dus niet meer te lezen. Taniguchi is mijn begeleider en dient mij commentaar te geven, wat mij betreft per regel als hij wil, maar hier heb ik dus niets aan. Ik ga volgende week dan ook maar eens polsen of hij nog wat schriftelijke aanmerkingen heeft. Vervolgens bleken we nog niet gereed. Naast mij moet ook de student die niets aan het doen is op het moment 17 november een presentatie geven. En jawel, we gingen even bedenken waarover! Alhoewel Taniguchi en hij. Ik dacht dus bij mezelf kan dat niet een andere keer, maar nee dus. Ook dit nam ongeveer 40 minuten in beslag, waardoor ik totaal toch weer bijna 2 uur voor niets naar Japans ben komen luisteren. We moeten toch nog eens bekijken hoe dit allemaal nuttiger te besteden, vind ik. Om kwart over vijf waren we klaar en dacht ik, Jan-Pascal zal al wel weg zijn. Toch zag ik dat zijn vertrek mailtje nog maar 3 minuten geleden was gestuurd en dus stuurde ik snel een boodschapje. Uiteindelijk is met de telefoonberichtjes erbij het toch allemaal aangekomen.
Jan-Pascal heeft deze dat niet zoveel bijzonders meegemaakt. Ik hoorde alleen van Arwa een mooi staaltje Japanse omgangsvormen. Zij moet over anderhalve maand haar proefschrift inleveren en is daar nu hard aan aan het werken. Takahashi heeft al aangekondigd het niet eens te zullen lezen en het er zo mee eens te zullen zijn. Maar toch wil hij haar op de een of andere manier vasthouden zodat hij deze goedkope vertaalster niet kwijtraakt, in ieder geval, daar lijkt het een beetje op. Daarom heeft hij nu "aangeboden" (op zo'n manier dat je niet kunt weigeren) om haar in deeltijd als "assistent" in dienst te nemen, een contract voor een jaar. Vervelend voor Arwa, want ze wilde graag na haar promotie ergens anders aan de slag, al weet ze nog niet precies waar. Bovendien lijkt Takahashi haar buiten spel te willen zetten voor wat betreft het gebruik van het chipkaartsysteem in Taiwan. Enfin, ze wil nu eerst promoveren en ziet daarna wel verder, maar het is toch wel vervelend als het allemaal zo moet gaan.
We gingen samen dus weer opnieuw naar de kapper, die we gisteren hadden gezien. Binnengekomen was het meteen: "cutto"? Maar wij met agenda erbij aanwijzen dat we morgen wilden komen. Vervolgens wees de vrouw in de agenda 14.00u aan. Nou midden op de dag is ook zo wat, dus spraken we vier uur af. We aten 's avonds spagetti die we de vorige dag hadden gemaakt.
Nadat we alles weer in de kast hadden gezet, maakten we even verbinding met het internet. Jan-Pascal wil graag zelf een videoconferencing cameraatje aanschaffen (mag op kosten van...) en via de townpages hadden we wat computerwinkels gevonden. Degene die het dichtste bij moet zijn, heeft ook een webpagina en dus gingen we die even bekijken en daarnaast natuurlijk even de mail binnenhalen. Ellen zag meteen een mailtje van papa en mama met iets van 'Ellen op teletekst' als subject. Dus keek ik even snel. bleek dus dat oma Jagtman door iemand is gebeld of ze een kleindochter in Kyoto heeft en die had dus mijn ergernis op teletekst gelezen. Echt grappig. Dus keken we snel ook nog even bij de NOS en jawel daar stond het hele verhaal dat ik geemaild had op! Ook bleek ik nog mail van Marcel te hebben. Ik had hem vrijdag een mailtje gestuurd dat ik de NOS had gemaild inverband met hun teletekst (hij studeert momenteel af bij de NOS dus dat leek me wel leuk) en dat we woensdag Jolien hadden geZIEN via bij de videoconferencing. Jolien is zijn afstudeerbegeleidster vanuit TB. Kreeg ik dus een mailtje terug, ten eerste dat zijn afdeling dus onder andere met die teletekst bezig is. Ze hadden een berichtje gekregen dat het 's nachts niet zo werken en waren daar nu al aan bezig. Ik moet zeggen, nu werkt het wel. Maar wat nog veel mooier was, woensdag had Marcel een gesprek met zijn begeleidster, die toen even werd weggeroepen omdat ene Pascal via videoconferencing te zien zou zijn. Weggeroepen door Rudi wel te verstaan. Had hij nou geweten dat dat dus JAN-Pascal was geweest dan was hij wel even komen kijken. Echt niet te geloven toch, wat een toeval en echt jammer zeg!
De pagina van de winkel leverde helaas niets op want het was weer alleen Japans. We besloten dan ook maar met het OV naar de stad te gaan. Daar zou volgens de townpages in de buurt van één straat meerdere computerzaken moeten zitten. Deze was echter een heel eind op weg naar zuid Kyoto terwijl wij helemaal in het noorden zitten. Dus eerst het bovengrondse treintje van Shugakuin naar Demachiyanagi. Van daar met de ondergrondse naar Shijo. Dit laatste stuk zaten we in een expresstrein, die bovendien dubbeldeks is. Zie je niet zoveel hier. Toen we uit het station liepen zagen we dat de temperatuur vandaag zelfs 24 graden is. Vol goede moed liepen we dan ook naar de straat. En jawel het bleek ons al erg snel dat in deze ene straat ongeveer als windows, mac, dos/v en nec was. En nog veel meer van dergelijke kreten. We liepen winkel in en winkel uit opzoek naar een cameraatje. Maar het lijkt wel op Japanners daar helemaal niet in geïnteresseerd zijn. Misschien hebben ze allemaal allang zo'n ding of zo. Wat je wel enorm veel ziet is gewone digitale camera's, dus fototoestellen die digitale foto's maken. Dat is hier helemaal in. Al hoewel ik dat niet zo begrijp want afdrukken via een printer zijn lang niet zo mooi als van de fotograaf vind ik persoonlijk. Natuurlijk is het wel leuk om ze te bewerken, maar met een scanner (een goede dan) kom je ook een eind. En je wil toch niet al je vakantiekiekjes bewerken. Maar bij winkel 7 was het dan eindelijk raak en zag Ellen op een monitor ineens een cameraatje staan. Deze was ook leuk in kleur en nog afgeprijst ook. Wat verder in dezelfde winkel zag Jan-Pascal nog een doos met ook een cameraatje erop afgebeeld. Helaas moest je voor deze bij gebruik met een notebook ook nog een PCMCIA-kaartje (soort creditcard formaat ding, net als mijn modem-netwerkkaart) hebben. Dit ding was duurder dan de hele camera bij elkaar. We vroegen wel nog even aan de verkoper of het ding het met window95 Engelse versie doet. Immers het is in Japan allemaal Japans en die versie is iets anders (de nederlandse versie is gelukkig wel gelijk aan de Engelse). Van de versie waar je niet nog een PCMCIA kaartje voor nodig hebt, wist hij het niet zeker, maar die andere kon het zeker niet. Oké we keken nog wel even verder, te meer omdat de voorraad van de cameraatjes op waren. De volgende winkels waren er weer een heleboel interessante spullen, maar geen camera's. Behalve bij ongeveer de laatste winkel in de rij. Hier gingen we het nog maar eens vragen omdat ze wel ontzettend veel hadden. Hier hadden ze een camera, dezelfde als in de andere winkel. Ook hier wisten ze het niet zeker. Jan-Pascal nam wel vast een microfoon mee zodat hij niet meer die van Ellen hoeft te lenen. We moeten nog nagaan of het notebook een USB-poort heeft en dan maar een keer terug komen met het notebook om het te proberen.
Ondertussen hadden we wel wat trek gekregen want het was al weer half twee. Wel gingen we nog even langs de discount store en een zaak met allemaal foto apparatuur om te kijken of ze daar stikumpjes ons niet konden helpen. Maar helaas. Dan maar snel even naar de Mac. Wat bleek hier stond een enorm linten systeem als in een pretpark als rij. Een vrouwtje kwam aan ons vragen wat we wilden bestellen en of we bleven eten (ivm de 5% tax). Daarop kregen we een briefje dat we aan het volgende vrouwtje moesten geven. Deze las het voor en sprak het in haar microfoontje in en tevens type ze de bestelling op haar computer in. De volgende balie moest worden betaald. En vervolgens stond het klaar. Het lijkt wel de macDrive alleen dan zonder auto. Op weg naar boven naar een plekje stond op de eerste verdieping weer een vrouwtje met microfoon op haar hoofd. Ze vroeg hoeveel, en toe wees ze nog een trap op. En jawel bovenaan deze trap weer een vrouwtje en nu werden we naar binnen geleid om daar te kunnen eten.
We moesten maar weer
eens terug naar Shugakuin omdat we immers om 16.00uur bij de kapper worden
verwacht. Dus weer met beide treintjes. Grappig was dat de bovengrondse
trein enorm nieuw was. Er waren stoeltjes die naar buiten keken dus 90
graden gedraaid ten op zichte van de normale situatie. Echt maf. Toen we
uitstapten zagen we dat de trein in 1998 gereed was gekomen. Nog even wachten
en toen op de fiets naar de kapper. Toen we binnen kwamen moesten we eerst
gaan zitten op krukken. Na een paar minuutjes kwamen twee mensen naar ons
toe die vroegen "cutto"? Ja dus. We pakten beide een pasfoto om te laten
zien hoe ons haar er normaal uit ziet. We hadden het beide deze ochtend
gewassen en verder niet bewerkt voor de kapper, ivm het feit dat Ellen
geen andere shampoo in haar haar wil. Men vond het maar raar. De vrouw
bij Ellen ging aan haar haar voelen en kon gewoon niet geloven dat die
foto met dat rare stijle, slappe haar kon zijn. Ze bleef maar nee schudden,
dus Jan-Pascal zei iets van "geroe" wat volgens hem gel moet zijn. Maar
dat hielp ook al niet. Met zijn foto wisten ze ook geen raad maar ze zouden
het proberen. Zijn haar zag er kendelijk een stuk eenvoudiger uit dan dat
van Ellen, want er hoefde niet aan gevoeld enzo. Toen kwam het wassen,
dus Ellen protesteerde weer. Daarop zouden ze het zonder shampoo doen,
dacht ik. Ik werd naar een stoel geleid bij een soort wasbak (echt nog
veel lager dan in Nederland, ook naar de verhouding van de lengtes tussen
Nederlandse en Japanse kappers). Nadat ik was gaan zitten werd er een strandhanddoek
over mijn benen gelegd (zou ik zo nat gaan worden?). Vervolgens een handdoek
om mijn nek gebonden en daaroverheen een of ander plastic kraagje. Toen
kwam de lol. De stoel was rechtop en de wasbak toch ongeveer en halve meter
verwijderd. Ik werd ineens naar achteren geklapt en kwam boven de wasbak,
al hoewel kendelijk was ik wel een beetje groot want ik moest een eind
naar beneden schuiven om echt boven de wasbak te komen. Al vorens het wassen
kon beginnen werd er ook nog een zakdoek over je gezicht gelegd, wat mij
persoonlijk een nogal benauwd gevoel gaf. Met heet water werd vervolgens
mijn haar vakkundig van alle kanten natgemaakt. De wasbak was zo enorm
onhandig dat je voor de onderkant je netspieren moet hebben getraint, omdat
je dan als het ware boven de bak moet hangen. Ik werd weer omhoog gedaan
en vervolgens werd met drie verschillende handdoeken mijn haar gedroogd.
Toen op naar de stoel bij de spiegels om te knippen. Midden in de zaak
stond één lange tafel met een wand in het midden met stoelen
aan weers zijden. Later bleek de ene kant voor de heren en de andere voor
de dames. Ik kreeg een Japans tijdschrift en werd gebaard te wachten. Jan-Pascal
intussen had ik niet meer gezien, maar belanden uiteindelijk na het haren
wassen, wel met shampoo en nog conditioner aan de andere kant van de tafel.
Toen kwam iemand anders
om me te knippen. Op nieuw moest de foto erbij. Ik kreeg naast de handoek
die nog om min nek zat een soort tafellaken over mijn benen en vervolgens
ook nog een schort om je nek. De vrouw was nogal bang wat eraf te halen
en vroeg na iedere halve minimeter of dat het was. Dus ik zei tot drie
of vier keer dat er nog wel wat af mocht. Van Jan-Pascal hoorde ik later
dat dat bij hem ook zo was. Ook wees ik haar dat ik een bril droeg en dat
de voorkant dus goed kort moet. Dat begreep ze geloof ik wel. Het werd
vooral rond mijn oren erg vaag geknipt, maar we zullen wel zien. Uitdunnen
of zo hebben ze hier denk ik nog niet van gehoord, maar wel werd het haar
in je nek weggeschoren met een scheermesje. Toen moest ik weer naar de
was! Ja, Ja weer zonder shampoo zei men. Dus ik ging daar heen. Nu werd
ik onderhanden genomen door een jongen die eerst Jan-Pascal had gewassen.
Het ritueel was het zelfde dus met de grote handoek en de enorme plastic
kraag. Wel was deze jongen vond ik erg hardhandig. Na het was gebaarde
hij dat ik weer terug moest naar de stoel. Nu kwam het! De jongen pakte
een of ander flesje dat heel sterk rook naar een soort kruid. Ik zat hem
wat verbaast aan te kijken, waarop hij zei 'massage' (in een Japans-Engels
accent). Dus ik dacht, wat krijgen we nou weer. Maar jawel er volgde een
heuze massage. Eerst werd mijn hoofd flik onder handen genoemen, door met
de vingers erop te duwen, ook bij je slapen. De volgende stap was een soort
gesla op je hoofd (daarvan heb ik nog 3 uur hoofdpijn gehad) en dat ging
vervolgens via je nek heel hard naar je schouders. Toen werd de massage
weer wat rustiger, waarbij je spieren in je nek, schouders en bovenrug
enig sinds werden gekneed. Jawel, vertel dat maar eens in Nederland! een
massage bij de kapper! Toen kwam het volgende gedeelte het föhnen.
Mijn haar was door het wassen na het knippen natuurlijk weer helemaal nat,
dus dat mocht ook wel. Het werd enorm raar door de jongen geföhned
maar dit bleek ook nog maar de voorbehandeling te zijn. Daarna ging de
vrouw die me had geknipt er weer mee aan de sla. Ze ging met allerlei soorten
borstels mijn haar verder drogen, waarbij het volgens mij steeds meer op
een misvormd Japans kapsel ging lijken. Het werd stijf over mijn oren getrokken
en allemaal naar beneden gedaan. Geen gel of niets. Dus het zag er niet
uit! Toen moest ik wachten op Jan-Pascal, daarvoor kreeg ik wel een mandje
met snoepjes. Toen viel me ook nog op dat ze allemaal asbakjes in Delftsblauw
met Holland erop hadden liggen. Het wachten duurden ongeveer nog een kwartier.
Toen kwam Jan-Pascal inderdaad vanachter de wand vandaan en bij hem zag
het er prima uit. Wel was alles geknipt ipv geschoren zoals de kapper in
Nederland altijd doet. Veel werk dus. Bij de tweede water behandelbeurt
was het opnieuw gewassen en geconditioned. Daarna had hij ook een massage
gekregen. Gelukkig bleek alles wel in de prijs te horen die we buiten hadden
gezien en wel ¥4300 per persoon (ja dat is even schrikken, voor ons
ook, maar het schijnt hier zo nou eenmaal te gaan). Ik weet nog niet of
ik blij ben met mijn Japanse look, dat zullen we morgen als ik het ga proberen
weer te verNederlandsen. Anders maakt vast maar een afspraak met Ans voor
als ik weer terug ben, mag ze de schade herstellen.
Alles bij elkaar duurde het bijna een uur bij de kapper, wat het tarief al weer wat duidelijker maakt. Het was dan ook al tegen etenstijd toen we terug kwamen. We aten nasi (kant en klaar) met hot kipnuggets. Althans dat laatste dachte we. Het bleken echter kleine botjes te zijn en heel erg lekker, zeker voor herhaling vatbaar. Daarna nog even de teksten schrijven en zometeen slapen.